Autovisie Nieuws 25 jan 2016, 18:03

Leestijd: 2 minuten

Unieke Eend: 2CV UMAP

Je zou het misschien niet zeggen, maar dit is een Citroën 2CV. Deze Deux Chevaux kreeg alleen een Coupé maatpak aangemeten door l’Usine d’Moderne Applications Plastique (UMAP).

Twee 2CV UMAPs op de autosalon van Parijs in 1957. Foto: Facebook / Deux Chevaux UMAPHet is een van de meest bijzondere uitvoeringen van de 2CV die je gaat vinden, deze 2CV UMAP die nu te koop staat in het Franse Bordeaux. Het is een van ongeveer honderd 2CV UMAP’s die er in de late jaren 50 zijn geproduceerd. Daar zijn er overigens nu naar schatting nog ongeveer tien van over.

“Kostte hetzelfde als de ID19”

Dat er slechts een klein aantal van zijn gebouwd is te verklaren. De UMAP kostte destijds ongeveer hetzelfde als de veel luxere en grotere Citroën ID 19. Toch kreeg je bij UMAP wel iets unieks: de tweecilinder was iets opgevoerd, het interieur was iets luxer dan bij een normale 2CV en de carrosserie was volledig nieuw en gemaakt van plastic.

Over het ontwerp bestaat een hoop onduidelijkheid. Nu kun je veel zeggen over het bedrijf Usine d’Moderne Applications Plastique, maar niet dat de administratie heel erg op orde was. Zowel Jean Gessalin als Camille Martin, de eigenaar van UMAP, worden genoemd als ontwerper, maar wie nu precies verantwoordelijk is voor het ontwerp blijft in het midden. Ook Jean Dagolet, die zijn eigen coupé ontwierp op basis van de 2CV wordt regelmatig genoemd, maar hij was vooral verantwoordelijk voor de opgevoerde motoren.

De productie van de 2CV UMAP.. Foto: Facebook / Deux Chevaux UMAPOp de autoshow van Parijs in 1957 werd de auto tentoongesteld in twee uitvoeringen, de 425 en de 500. Er bestonden echter drie verschillende uitvoeringen. De 425 was de basisuitvoering en had een standaard 425 cc motor, maar nu met een enkele Solex carburateur. Zo leverde het blok niet langer 12, maar nu 14 pk. De 435 was de tweede uitvoering, die net in de gunstige ‘onder 435 cc’-belastingklasse bleef. Iets opgeboord, maar nu ook met aluminium cilinders. Het vermogen steeg iets, naar ongeveer 17 pk. Topmodel ‘500’ had een opgeboorde tweecilinder van 499 cc en viel daardoor in een hogere belastingklasse. De auto kostte om die reden 929.000 Francs kosten, het dubbele van een normale 2 CV. Daar kreeg je echter ook 26 pk en een topsnelheid van 120 km/h voor terug.

Ondersteuning van Citroën bleef echter uit en dat betekende in 1960 dat Martin de productie van de UMAP stopte. De 2CV UMAP had in de tussentijd toch nog een sportief hoogtepunt(je): in 1958 namen twee exemplaren deel aan de rally Luik-Brescia-Luik. Zonder enig noemenswaardig resultaat, dat wel.

De auto in Bordeaux mag dan jarenlang stil hebben gestaan, uniek is hij in ieder geval wel. Het opknappen waard, alleen al voor het verhaal.