Austin Allegro ‘dé belichaming van alles wat er misgaat’
De Allegro is zo’n beetje dé belichaming van alles wat er misgaat bij British Leyland in de jaren 70. Het oorspronkelijke plan is nog veelbelovend: ADO67 krijgt een slank gelijnd ontwerp. Denk aan een kleinere versie van de Princess, voorzien van technische innovaties die kunnen concurreren met die van Citroën. Maar dat is voordat de boekhouding gaat meedenken.
Door kostenbesparingen en het delen van onderdelen met andere BL-modellen raakt het ontwerp volledig uit balans. Het eindresultaat is een rond, plomp autootje – tijdloos volgens de makers, ouderwets volgens het publiek. Een twee- of vierdeurs hatchback, maar dan zonder hatch. Die blijft voorbehouden aan de grotere Austin Maxi.
Austin Allegro ‘flying pig’
Al snel krijgt de Allegro de weinig flatterende bijnaam ‘flying pig’ toebedeeld. De enige overgebleven innovaties zijn het opmerkelijke ‘quartic’ stuur, dat voor extra beenruimte moet zorgen, en de hydragas vering. Dat is een doorontwikkeling van het hydrolastic-systeem uit de 1100/1300, waarbij de rubber veerelementen vervangen zijn door bollen met gas. Is het dan allemaal zo slecht gesteld? In de Autovisie roadtest van begin 1974 oordelen we vrij mild.
De Austin Allegro is ruim, comfortabel en schappelijk geprijsd. Het verbruik is bescheiden, hij remt goed. Wel helt hij flink over in bochten en er is wat kritiek op de afwerking. Net als zijn voorganger heeft de Allegro voorwielaandrijving en onder de kap vinden we de bekende A- en E-serie motoren, tussen 1,0 en 1,7 liter groot. Kwaliteits- en betrouwbaarheidsproblemen geven de Allegro al rap een slechte reputatie, net als veel andere BL-modellen uit die periode.
Overigens niet altijd terecht, zo is de roestgevoeligheid minder erg dan de horrorverhalen melden. Twee facelifts en de toevoeging van een leuke Estate en een luxe Vanden Plas (met een vreemd grilletje) kunnen niet voorkomen dat de verkoopcijfers eind jaren 70 flink onderuitgaan. Zelfs het afserveren van het vierkante stuur helpt niet meer. De concurrentie slaat toe met moderne, kwalitatief betere hatchbacks, waarop BL pas in 1983 een antwoord heeft met de Austin Maestro. De Austin Allegro is dan al met pensioen, de kleine Metro en Triumph Acclaim nemen tijdelijk de honneurs waar. De reputatieschade komt het merk Austin echter nooit meer te boven. 1963 1973 1983 1993 2003 2013
Aanbod en prijzen
Wegens chronische impopulariteit zijn Austin Allegro’s inmiddels een rariteit. Dat veel auto’s zijn geslacht door Mini-liefhebbers om hun motoren heeft daarbij niet geholpen. We vinden in Nederland zowaar een incomplete 1100 te koop, voor restauratie, vraagprijs 1950 euro. In heel Europa vinden we een stuk of vijf exemplaren, met als maximumprijs 11 mille voor een Serie 3 met maar 7000 km op de klok, locatie VK. Technische onderdelen zijn veelal uitwisselbaar met andere BL-modellen, modelspecifieke onderdelen zijn lastiger te vinden.
Ook interessant
-
Covermodel: Austin Montego – meer konden ze er niet van maken
-
Covermodel: Peugeot 404 heeft onverwoestbare status eerlijk verdiend
-
Covermodel: de Glas 1300/1700 GT is een vergeten parel uit de jaren 60
-
Covermodel: Panther Kallista – geen neo-klassieker meer
-
Covermodel: Ford Shelby GR-1 met 6,0-liter V10
-
Covermodel: Ford Cortina Mk1 – beter dan zijn Duitse neef
-
Covermodel: TE 2800 – lekkerste Opel Manta komt uit Vlaanderen
-
Covermodel: Honda Jazz (AA) – liep te ver voor de muziek uit.
-
Covermodel: Mercedes-Benz SLK Concept 1: te mooi voor werkelijkheid
-
Covermodel Noble M14 – Smakelijk, maar nog niet helemaal uitgerijpt
-
Renault 16 TX: Een treetje hoger op de maatschappelijke ladder
-
Met de ideale ijskrabber zijn jouw autoruiten binnen minuten ijsvrij