Caterham 21: De Seven weigert om volwassen te worden
We kennen Caterham vooral als succesvolle sigarenspecialist, de hoeder van het Lotus Seven-erfgoed. Maar Caterham koestert ook al jarenlang de wens om een ‘serieuze’ auto te bouwen, net zoals Lotus dat doet. Helaas wil dat plan ondanks diverse pogingen tot nu toe niet erg vlotten.
De eerste Caterham met wielen binnen de carrosserie is de 21, die in 1994 ter ere van de 21e verjaardag van het bedrijf verschijnt. Deze Britse roadster pur sang leunt zwaar op Seven-techniek en de vormgeving zou zijn geïnspireerd door de Lotus Eleven. Wij zien in het ontwerp ook wel wat Marcos, Ginetta en TVR terug, en zelfs een snufje Viper. Een smetje zijn de grote Mondeo-achterlichten.
De Caterham 21 is minder hardcore
De Caterham 21 is minder hardcore dan de Seven en heeft echte deuren (met onhandig gefixeerde glazen ruiten…), een scharnierende motorkap en een opvouwbaar dak, allemaal noviteiten voor Caterham. Zelfs aan bagageruimte is gedacht, met ruimte genoeg voor de twee obligate golftassen. Wel blijft de instap over de brede dorpels een uitdaging en is het interieur niet noemenswaardig ruimer dan in de Seven. Het dashboard is symmetrisch opgezet, wel zo handig met het oog op links- en rechtsgestuurde versies.
Waar het eerste prototype nog voorzien was van een ongelakte, gepolijste aluminium carrosserie, krijgt het seriemodel een polyester koetswerk aangemeten. Onder het welgevormde plaatwerk vinden we het buizenframe van de Seven terug. Wel is de motorruimte opnieuw ontworpen en de spoorbreedte vóór flink verbreed. In de pers wordt gesuggereerd dat er rekening is gehouden met de aankomende 2,5-liter zescilinder van Rover, maar die is nooit in de 21 beland.
Het blijft bij vierpitters, de 1,6- en 1,8-liter Rover K-serie en een 2,0- liter van GM, gekoppeld aan een Ford-vijfbak of optioneel aan Caterhams eigen zesbak. Hoewel de 21 zo’n 100 kilo meer weegt dan zijn naakte broer, zijn de prestaties en wegligging minstens zo fenomenaal. Maar amper twee jaar na de presentatie van de 21 krijgt Caterham het moeilijk als Lotus zijn revolutionaire Elise uitbrengt.
Renault 5 Turbo is terug en maakt elektrisch rijden eindelijk leuk!
De 21 oogt plotseling ouderwets. Daarnaast is de basisprijs voor beide modellen vrijwel gelijk, alleen moet je de 21 nog wel zelf in elkaar zetten… Als Caterham ook nog eens veel te lang doet over het uitleveren van klantenauto’s, die vervolgens vol mankementen zitten, daalt de interesse voor de 21 rap tot het nulpunt. In vijf jaar tijd worden er nog geen 50 stuks afgeleverd, tegen circa 10.000 Elise Mk1’s. Na een laatste oprisping, de eenmalige trackdayspecial 21 GTO, sterft het model een stille dood. En de Seven? Die is als vanouds niet aan te slepen.
Aanbod en prijzen
Met een dergelijk laag productieaantal is het niet verrassend dat een Caterham 21 zo goed als niet te vinden is. Gek genoeg kosten ze, áls er dan eens een opduikt, ook weer niet de hoofdprijs. Denk aan bedragen rond 20.000 pond. In mei dit jaar kwam een geel exemplaar via een Britse Seven Club te koop. Die was vrijwel meteen binnen de eigen gelederen verkocht. Dus reken op een lange zoektijd, of wijk anders toch uit naar die (stiekem veel betere) Elise.