Covermodel: BMC AD016, geavanceerd voor zijn tijd
Het door de Britse Autoreus BMC gepropageerde badge-engineering komt met de in 1962 gelanceerde compacte middenklasser (projectnaam ADO16) tot een climax. Het model wordt wereldwijd onder zeven merknamen verkocht, met op het hoogtepunt keuze uit 29 varianten.
In twee- of vierdeurs vorm, als driedeurs stationcar en in bepaalde markten zelfs als volwaardige vierdeurs sedan (Apache, Victoria) en vijfdeurs hatchback (Nomad). En dat in een tijdsbestek van ruim 15 jaar, waarin het moederconcern bovendien fuseert en van naam verandert.
Alleen een 1,1-liter benzinemotor voor de BMC AD016
Ondanks alle uiterlijke variaties is ADO16 onderhuids grotendeels universeel en in eerste instantie alleen verkrijgbaar met een 1,1-liter variant van BMC’s A-serie motor, optioneel met dubbele carburateur. ADO16 is behoorlijk geavanceerd voor zijn tijd.
Niet gek als je weet dat de briljante Alec Issigonis, die drie jaar eerder de revolutionaire Mini op de weg heeft gezet, bij de ontwikkeling een dikke vinger in de pap heeft gehad. Veel van de technische lay-out uit de Mini (dwarsgeplaatste motor, voorwielaandrijving) wordt opnieuw toegepast. De grootste noviteit is de Hydrolastic-vering, die de conventionele veer/demper-combinatie vervangt door met vloeistof gevulde rubber units. Daarnaast is hij standaard voorzien van schijfremmen vóór.
Stabiel en comfortabel
Het weggedrag is uitermate stabiel en comfortabel, terwijl hij net zo strak stuurt als een Mini. Een automaat behoort tot de mogelijkheden. De packaging is minstens zo slim als bij zijn kleine broer, dus biedt hij zo veel mogelijk interieurruimte bij compacte buitenmaten. BMC ADO16 valt in de smaak en blijft in het VK het grootste deel van zijn bestaan de bestverkopende auto.
Covermodel: Ranger 2500 GTS, obscure voetnoot uit de historie van General Motors
Na vijf jaar volgt een eerste grote update (MkII) en verschijnt de sterkere 1300, die voor een verkoopimpuls zorgt. Stakingen, leveringsproblemen en mismanagement krijgen de animo niet kapot, ook al worden diverse merknamen afgeserveerd. In 1971 wordt de reeks verder vereenvoudigd met de MkIII, in 1974 loopt de laatste ADO16 van de band. Inmiddels zijn de opvolgers Austin Allegro en Maxi en Morris Marina al verschenen; deze kunnen echter niet tippen aan het succes van ADO16.
Aanbod en prijzen BMC AD016
Met wat geduld is er nog wel een ADO16 te vinden, vooral in de ons omringende landen. Heb je geen bezwaar tegen een rechtsgestuurde auto, dan is zoeken in het VK ook een goede optie. Bij ons heette de Austin 1100 ‘Glider’; laten we er daar nu net twee van vinden in Nederland. Tweedeurs, beide wit, voor nog geen 8 mille de uwe. De prijzen zijn vrij schappelijk, vanaf 4000 euro heb je een rijdende auto met wat werk. Austin– en Morris-versies komen het meest voor. In Frankrijk vinden we een Vanden Plas Princess voor 11.500 euro, in Italië een Innocenti I5 voor 5900 euro.