Covermodel: Panther Kallista – geen neo-klassieker meer
Robert Jankel was één van die creatieve auto-ondernemers die volledig buiten de lijntjes kleurde. Zijn bedrijf The Jankel Group was onder meer gespecialiseerd in het verlengen en pantseren van Rolls-Royces, Mercedessen en dergelijke, voor de rijken én de politie. Maar we kennen de Britse voormalig modeontwerper vooral van zijn merk Panther Westwinds.
Begin jaren 70 start Panther met discutabel vormgegeven retromodellen voor mensen met veel geld en weinig smaak. Daarnaast probeert het een luxueus uitgevoerde Triumph Dolomite aan de man te brengen. In 1976 volgt de compacte roadster Lima, die net als zijn grote broers J72 en De Ville volgens de dan heersende trend geïnspireerd is op vooroorlogse modellen. De stiekem best charmante tweezitter is voorzien van een glasvezel koetswerk en heeft degelijke Vauxhall-techniek. Op een later moment verschijnt zelfs een turboversie. De Lima is vrij succesvol voor zo’n nichemodel, maar 897 stuks in 6 jaar tijd leveren niet genoeg op om de schoorsteen te laten roken. Daarnaast helpt het niet om ondertussen een megalomane zeswielige tweezitter te ontwikkelen.
Het begin van de Panther Kallista
In 1979 gaat Panther Westwinds failliet. Een Koreaanse zakenman, onder andere groot geworden in aluminium, neemt de boedel over. Jankel zelf gaat verder in de coachbuilding business. In 1982 verschijnt onder de nieuwe leiding de Panther Kallista, ons covermodel van veertig jaar geleden. De redactie heeft de Kallista (wat ‘de mooiste’ betekent in het Grieks) een paar zomerse weken tot de beschikking en vermaakt zich uitstekend met de rode roadster. Je moet twee keer kijken om het verschil te zien met de Lima, maar onderhuids is alles anders.
De huid zelf ook, die is voortaan van (hoe kan het ook anders) aluminium en wordt geproduceerd in Korea. Het Vauxhall-hart is verruild voor vier- en zescilinders van Ford, de afwerking staat op hoog niveau. Tussen 1982 en 1990 worden er maar liefst 1.437 Kallista’s verkocht. Panther verslikt zich echter wederom in de ontwikkeling van een nieuw model dat het naast de Kallista wil voeren, de Solo. De ambities voor deze sportwagen met middenmotor zijn torenhoog, maar de kosten ook. In 1987 is het geld op en wordt Panther doorverkocht aan SsangYong, in Europa dan nog totaal onbekend. Zij gaan verder met de Solo en zetten intussen zelfs een nieuwe productielijn voor de Kallista op, om deze na drie jaar alweer te sluiten.
Vanaf dat moment komt de Kallista volledig uit Korea en wordt de Solo gecanceld. Tot 1993 worden nog 77 Kallista’s onder de merknaam SsangYong gebouwd. Het blijkt de laatste stuiptrekking.
Aanbod en prijzen
Er staan in Nederland zowaar twee Kallista’s te wachten op een liefhebber. Beide met de zescilinder, één linksgestuurd, één met het stuur aan de verkeerde kant voor het authentieke Britse roadstergevoel. De LHD is nieuw in Nederland geleverd door Munsterhuis.
Vraagprijs net geen 27 mille, voor de RHD wordt 17.950 euro gevraagd. Heel zeldzaam zijn ze trouwens niet; in heel Europa staan er meer dan veertig te koop. De prijzen variëren tussen 40 mille voor de mooiste tot 12 mille voor een opknapper.