Covermodel: Peugeot 306 – Onopvallend, maar mooi oud geworden
Met de 306 kan Peugeot eindelijk de dissonant in zijn modelreeks rechtzetten. Voorganger 309, in essentie de opvolger van de Talbot Horizon die op het laatste moment werd omgedoopt tot Peugeot, is een buitenbeentje in het programma en krijgt daarom zijn afwijkende naam toebedeeld.
Aan de 306 de schone taak om zowel de 309 alsmede de luxere versies van de ongelofelijk populaire 205 op te volgen. De kleine 106 zal dan de eenvoudiger 205-jes vervangen. Het is bekend dat dit tweesporenbeleid niet helemaal uitpakte zoals gepland, net als dat de 205 zich niet zo makkelijk liet uitroeien en uiteindelijk met de 206 alsnog zijn eigen vervanger kreeg.
Kritiek op het uiterlijk van de Peugeot 306
Maar dat ligt niet aan de 306. Aanvankelijk is er wat kritiek op het onopvallende uiterlijk, maar het ontwerp blijkt na 30 jaar behoorlijk goed opgedroogd. Tijdloos en nog altijd meteen herkenbaar als Peugeot. De lijnvoering van de 205 is door Pininfarina knap gemoderniseerd en doorvertaald naar een groter formaat.
De vijfdeurs trapt af, snel daarna gevolgd door een driedeurs, een sedan en een door Pininfarina zelf gebouwde cabriolet. Het technische platform komt één-op-één van de Citroën ZX, met McPhersons voor en een (passief meesturende) torsie-as achter. Het onderstel is een mooie mix van Frans comfort en sportiviteit, het interieur ruim en comfortabel, maar net als het exterieur een tikkeltje saai. Kwalitatief steekt het allemaal prima in elkaar. Op motorisch vlak zijn er geen verrassingen.
Het aanbod varieert van 1.1 tot 2.0 liter, daaronder diverse (turbo)diesels. De 155 pk sterke tweeliter S16 en de 12 pk sterkere GTi met 6-bak zijn zeer capabele hot hatches. Een eerste facelift, in goed Frans ‘phase 2’, volgt in 1997 en laat de 306 vlotter ogen, dankzij een op de nieuwe 406 geïnspireerde neus en meegespoten bumpers. Tegelijkertijd wordt een Break nagestuurd. Twee jaar later volgt een licht bijgepunte ‘phase 3’, herkenbaar aan koplampen met heldere lenzen. De kwaliteiten van de 306 blijven niet onopgemerkt; het model blijft zijn hele leven een bestseller. In 2001 is het gedaan met de hatchback, maar de Cabriolet en Break mogen een jaartje langer door. Opvolger 307 zal helaas lang niet zo mooi oud worden als de 306.
Aanbod en prijzen
Een weinig spannend interieur, maar met de ergonomie is niks mis. Latere versies werden wat opgefleurd met lichtgrijze kunststof paneeltjes en kregen airbags. De Cabriolet is een plaatje. 306-en zijn er nog genoeg, maar er zijn vooral behoorlijk veel Cabriolets overgebleven. Voor een goede kom je met 6000 euro een heel eind, al staan er enkele met weinig kilometers voor meer te koop.
Voor 7500 euro vinden we een originele zwarte S16, die worden zeldzaam. Wie een goede normale hatchback of sedan zoekt met weinig kilometers, hoeft niet veel meer dan 2 mille uit te geven. Auto’s met hoge kilometerstanden kosten hooguit een paar honderd euro. Het zegt wel iets over de betrouwbaarheid van de 306. De techniek is dan ook bulletproof, alleen de achteras kan problemen geven.
Deze occasion wil je: Peugeot 605; mooi op foto’s, imposant in het echt