Kunnen e-fuels de verbrandingsmotor redden?
Vanaf 2035 mogen er geen nieuwe auto’s met een traditionele verbrandingsmotor verkocht worden. Er echter al een poosje gesproken over het versoepelen van deze regeling voor brandstofmotoren die gebruik maken van zogeheten e-fuels. Hoe staat het daar nu met deze synthetische brandstoffen?
Een van de grootste aanjagers van e-fuels is Porsche. De sportwagenfabrikant beweert dat het gebruik van deze e-fuels helpt bij het verminderen van de uitstoot. Wellicht blijft het daardoor mogelijk om ook na 2035 in auto’s met een verbrandingsmotor te rijden. Maar wat zijn e-fuels? En kunnen deze synthetische brandstoffen de redding van de verbrandingsmotor worden?
Hoe worden e-fuels geproduceerd?
Brandstofproducenten maken e-fuels door koolstofdioxide met behulp van groene stroom te verwerken tot nieuwe brandstof. Onder de streep zijn deze synthetische brandstoffen klimaatneutraal. Omdat de hoeveelheid broeikasgassen die ze uitstoten, gelijk zijn aan de broeikasgassen die uit de lucht zijn gehaald. Hoe de brandstof exact in elkaar zit, lees je hier. Het probleem is echter dat het maken van e-fuels, net als bij andere brandstoffen, veel energie kost. Zolang de energie die nodig is voor dit proces op een schone manier opgewekt wordt, zijn e-fuels een klimaatneutrale oplossing.
Meningen zijn verdeeld over synthetische brandstoffen
De meningen van autoproducenten zijn verdeeld. Zo ziet bijvoorbeeld Porsche e-fuels als een oplossing die direct kan helpen bij het terugdringen van de CO2-uitstoot. Hierbij claimt Porsche dat de productie van synthetische brandstoffen veel sneller en gemakkelijker opgeschaald kan worden.
Andere fabrikanten zijn huiverig. Zo stelde BMW-topman Oliver Zipse eerder dat de toezegging van e-fuels niet meer dan een slinkse truc is om de verbrandingsmotor de nek om te draaien. “Als de EU vervolgens namelijk niets doet om de productie van synthetische brandstoffen op te schalen en de praktische bruikbaarheid te vergroten, is dit via een omweg evengoed een opzettelijke ban van de brandstofmotor.” Voor veel autofabrikanten die nog niet zo ver zijn met e-fuels is het op dit moment erg risicovol, omdat er nog veel onduidelijkheid is over de regelgeving over deze brandstof.
Zijn e-fuels op korte termijn realistisch?
Hoewel e-fuels in het verleden enkele tientallen euro’s per liter kostten, schat het Duitse Autobild de literprijs nu in op 4,50. Nog altijd duur, maar een stuk lager dan voorheen. Let wel, deze prijs is nog zonder accijnzen. De Europese milieuorganisatie Transport & Environment voorspelt een prijs van 2,80 euro (exclusief belastingen) per liter tegen 2030.
Om ervoor te zorgen dat de verbrandingsmotor niet volledig verdwijnt, zal de prijs van e-fuels verder moeten dalen. Ook is het van belang dat synthetische brandstoffen eenvoudiger te verkrijgen zijn en zullen regels versoepeld moeten worden. In een Europees wetsvoorstel van vorig jaar, staan immers haast onhaalbare eisen. Zo zouden auto’s zelf moeten detecteren of de brandstof in de tank wel echt synthetisch is. Zo niet, dan mag de auto niet starten. Ook mag deze sensor niet kunnen worden uitgeschakeld door tuners.
De toekomst van synthetische brandstoffen
E-fuels kunnen op korte en middellange termijn wel degelijk bijdragen aan het reduceren van CO2-uitstoot. Wel zal het gebruik van synthetische brandstoffen hiervoor door beleidsmakers gestimuleerd moeten worden, waardoor het voor meer autoproducenten aantrekkelijker wordt om na 2035 nog auto’s te produceren met een verbrandingsmotor. Voorlopig is dit voor de meeste autofabrikanten niet het geval en zullen zij zich blijven focussen op het ontwikkelen van EV’s.