Covermodel: Ford Cortina Mk1 – beter dan zijn Duitse neef
In deze kostenbewuste tijden kun je je een dergelijke verspilling toch niet meer voorstellen? Twee compacte middenklassers, de Britse Ford Cortina en Duitse Taunus P4, debuteren beiden in 1962, opereren in hetzelfde segment en worden voor dezelfde prijs aangeboden, terwijl ze geen schroef delen.
Van het One Ford-principe heeft dan nog niemand gehoord; de wereldwijde Ford-fabrieken zijn verregaand autonoom in hun productontwikkeling. De Cortina wordt tussen de kleine Anglia en de slechtverkopende Consul 315 gepositioneerd. De Taunus vormt de nieuwe basis van het Duitse assortiment en is eigenlijk een geannuleerd Amerikaans project.
Ford Cortina Mk1
De technische opzet van de twee neven verschilt als dag en nacht. De Britten kiezen voor beproefde techniek, makkelijk te onderhouden en goedkoop te produceren: achterwielaandrijving en eenvoudige viercilinder lijnmotoren. De Duitsers gaan juist voor innovatie, zoals een V4 met balansas en voorwielenaandrijving. Kwalitatief voelt de Taunus aan als een klasse hoger. De Ford Cortina is getekend door de naar Dagenham verbannen ontwerper van de controversiële Edsel. Hij heeft zich dit keer keurig ingehouden.
De Ford Cortina oogt modern en vooral niet aanstootgevend, met als karakteristieke detail de ronde achterlichten met Y-vorm erin. De auto is in de maanden na zijn introductie niet aan te slepen. De Cortina is ruim, comfortabel en heeft prima rijeigenschappen, zoveel auto voor dat geld kan toch niet waar zijn? Ook Autovisie is zeer positief na de eerste roadtest.
De Taunus daarentegen krijgt een paar weken later de handen minder op elkaar, daar zit nog ruimte voor verbetering. Inmiddels heeft de Mk1 een gerenommeerde klassiekerstatus, in tegenstelling tot de enigzins vergeten P4. Dat zal vast iets te maken hebben met de legendarische Cortina Lotus. Colin Chapman, u kent hem vast, hangt een fantastische 1,6-liter dubbelnokker in een groen-witte Cortina. Daarmee worden vervolgens ontelbare successen in de autosport behaald.
De vraag naar de Ford Cortina is mede daardoor zo groot, vooral in het VK, dat in Amsterdam geassembleerde Cortina’s deels naar het moederland worden verscheept. Om de verkoop op peil te houden volgt in 1966 de strakke Mk2, die het succes weet te prolongeren. Ondertussen is het moederbedrijf wakker geworden en begrijpt dat het separaat ontwikkelen van modellen voor dezelfde markt niet per se efficiënt is. Ford Engeland en Duitsland worden samengevoegd tot Ford Europe. Vanaf 1970 delen de Cortina en Taunus een platform en vele andere onderdelen. In 1982 valt het doek voor beide modelreeksen wanneer de Sierra verschijnt.
Aanbod en prijzen
Cortina’s zijn als twee- en vierdeurs sedan, en als vierdeurs estate gebouwd. Het aanbod in Nederland is klein; huis-tuin- en-keuken-Cortina’s vinden we nauwelijks. Wel een nette rode GT met een vraagpijs van 28.000 euro. Dat is relatief voordelig voor een GT; elders in Europa wordt er tot wel 44 mille voor gevraagd.
BMW stoot Tesla van troon en verkoopt meer elektrische auto’s in Europa
Voor een goede, normale Ford Cortina moet je tussen de 10 en 20.000 euro meebrengen, minstens het dubbele van een vergelijkbare Taunus. Een Cortina Lotus is het hoogst haalbare, met navenante prijzen. Reken op minstens een halve ton voor een stevig gebruikt exemplaar, oplopend tot boven de ton. Pas op voor replica’s en vervalsingen.