Rendez-vous: Ghibli Trofeo ontmoet voorvader (222) Racing
Maserati introduceerde recent de meest begeerlijke Ghibli van het moment: de Trofeo met een vette V8. Maar waar komt Trofeo vandaan? Is het een opvolger van de Maserati (222) Racing misschien?
Fotografie Sytse Dijkstra
De eerste Ghibli
Om de oorsprong van de allereerste Maserati met de naam Ghibli te ontdekken moet je terug naar 1966. Maar de aanleiding voor dit verhaal is de nieuwe Ghibli Trofeo, die – hoe voorspelbaar – gebaseerd is op een model dat ook niet zo heel jong meer is. Sterker nog, de Ghibli is alweer zeven jaar oud, nu hij eindelijk de onderscheiding Trofeo en V8 krijgt. Waar komt dat Trofeo-model vandaan? Van de Ghibli blijken ooit een Cup en een GT-versie te hebben bestaan, maar die weten we niet traceren. Wel een Maserati (222) Racing en die lijkt dan wel weer in de bloedlijn van de Trofeo te passen, toch?
Racing zeldzaamheid
We draaien de klok terug naar 1990, want daar zien we voor het eerst weer een Maserati met een autosport-gerelateerde type-aanduiding, de Racing. Een zeldzaamheid, want er zijn slechts 230 stuks van gemaakt. Dirk Knoester heeft er een in zijn Maserati-collectie uit de tijd waarin zijn begeerte voor het merk met Il Tridente het sterkste was, de Nineties dus. Zijn Racing is een prachtig rood exemplaar uit 1992, de enig andere verkrijgbare kleur was zwart. De Tipo 331, zoals hij in de Maserati-archieven genoemd wordt, is een duidelijke nazaat van de Biturbo-familie.
Biturbo als basis
De Biturbo was destijds een revolutionair andere Maserati met zijn V6. Een primeur voor een personenauto waren zijn twee turbo’s en drie kleppen per cilinder. Met dat motorconcept is ook de Racing geladen. Om precies te zijn was diens motor een doorontwikkeling van de tweeliterversie met vier kleppen per cilinder, die vanaf 1991 leverbaar was en luisterde naar de typeaanduiding 2.24v. Deze Racing heeft een vermogen van 283 pk bij 6250 min-1 en een koppel van 374 Nm bij 4250 min-1.
Aangepaste techniek
Die cijfers dankt hij onder andere aan een 0,2 bar hogere turbodruk. Maar er was nog veel meer aangepast ten opzichte van 2.24v. Deze motor met de code AM490 kreeg een lichtere krukas, natriumgevulde uitlaatkleppen, lichtere zuigers, andere drijfstangen en specifieke IHI-turbo’s. Dat zorgt voor een extreme acceleratie, want in die tijd was een turbogat nog echt de stilte voor de storm. Een onheilspellend moment waarop de motor zijn shot ideaal mengsel toegediend kreeg en druk opbouwde. Dat werd dan gevolgd door de grote explosie, de schop onder je kont die een turbo van toen kenmerkte.
Vermogen op straat
De Getrag-vijfbak en sperdifferentieel die ook maatwerk waren voor deze Racing zorgden ervoor dat het vermogen ok goed op straat kwam. Deze 256 km/h snelle Racing was de overtreffende trap van een Biturbo en knalde je toen, in een voor die tijd zeer extreme tijd van 5,9 seconden vanuit stilstand naar 100 km/h. Genoeg om een M3-bestuurder te verrassen, schreven we destijds. Die E36 M3 had toen een atmosferische zes-in-lijn met 286 pk.
Geen vergelijk
Zet de Ghibli Trofeo naast de Racing en je ziet dat ze onvergelijkbaar zijn in de meeste opzichten. De Ghibli van nu is een vierdeurs auto met een 580 pk sterke, 3,8 liter V8 met vloeiende vormen. Daarmee weet hij de hoogste topsnelheid van een serie Maserati te halen: 326 km/h. De standaardsprint doet hij in 4,3 tellen. Onvergelijkbaar als ze zijn hebben ze ook overeenkomsten: ze zijn allebei serieus aangepaste auto’s, de sportiefste modellen van hun reeks. Wil je meer over andere Maserati modellen zoals de Shamal en Quattroporte lezen, koop dan Autovisie-magazine met de complete tien pagina-reportage of abonneer je.