Walter van Sloten Reportage 6 jun 2021, 17:05

Leestijd: 3 minuten

25 jaar Lotus Elise: dit zijn de meest bizarre varianten

Het briljante chassis is de afgelopen 25 jaar niet onopgemerkt gebleven. Dat vraagt om een overzicht van de leukste Elise-derivaten.

RINSPEED SQUBA 2008

De meest bizarre Elise-variant komt (uiteraard) van Rinspeed. Als ode aan de Lotus Esprit duikboot uit James Bond film The Spy Who Loved Me bouwden de Zwitsers een volledig operationele, elektrisch aangedreven Elise-duikboot. Voor de voorstuwing onder water zijn beweegbare jetstreams aangebracht, voor de bestuurder en passagier is vanwege de open cabine een zuurstof-voorziening aanwezig.

LOTUS 340R 2000

De extreme 340R lijkt qua uiterlijk in niets op zijn zusje en heeft een unieke carrosserie in de geest van de oude Seven, zonder dak of deuren en met vrij-staande wielen. Het ontwerp van de 340R diende duidelijk als inspiratie voor de latere Elise S2 (2001). De naam staat voor het aantal gebouwde exemplaren, die allemaal al verkocht waren voor de auto überhaupt ge-bouwd was. Voor de aandrijving zorgt een 177 pk sterk Rover K-series blok, met dezelfde specs als de Exige S1 die in hetzelfde jaar het licht zag. De banden zijn door Yokohama speciaal voor de 340 R ontwikkeld.

LOTUS 2-ELEVEN/3-ELEVEN 2007-2018

Nog extremere, trackgeoriënteerde doorontwikkelingen van de 340R. De 2-eleven is gebaseerd op de Elise S2 en heeft een 252 pk sterk supercharged 1.8 Toyota-blok aan boord. Opvolger 3-Eleven is meer verwant aan de Exige S3 en gebruikt ook diens Toyota V6 met maximaal 430 pk. Beide racers zijn indien gewenst ook streetlegal verkrijgbaar, maar verwacht niet dat je er dan een voorruit, deuren en dak bij krijgt.

LOTUS ELISE GT1  1997

Weinig succesvolle, maar extreem dikke GT1-racer met een 6,0-liter Chevrolet LT5 V8 midscheeps. Zeven stuks gebouwd voor het circuit, eentje voor op straat. Die laatste heeft de V8 uit de Esprit onder de kap. Nederlanders Mike en Toine Hezemans probeerden samen met Erich Bitter het project voort te zetten met een Chrysler V10, maar hadden er evenmin veel succes mee.

OPEL/VAUXHALL SPEEDSTER 2000-2005

Door Lotus ontwikkeld en gebouwd om met door GM geïnvesteerd geld de Elise S2 te kunnen bekostigen. Een fractie minder hardcore dan de Elise, maar nog steeds een verre van comfortabele cruiser. Onder de kap een atmosferische 2.2 met 147 pk of een 200 pk sterke 2,0-liter turbo, beide veel krachtiger dan wat er destijds in de Elise lag. Misschien wel de leukste Opel aller tijden.

HENNESSEY VENOM GT  2011-2017

Het kan niet anders dat de Amerikaanse tuner Hennessey na het zien van de Elise GT1 dacht: daar zit nog meer in. Na installatie van een 7-liter GM LS7 V8 met twee turbo’s in een sterk aangepast Elise-chassis ging men op jacht naar snelheidsrecords, waarvan de Venom er een aantal op zijn naam heeft ge-schreven. Op verzoek van Aerosmith-zanger Steven Tyler is er ook een Spyder verschenen.

LOTUS EXIGE 2000-2021

De hardcore tweedeurs coupé-broer van de Elise, meteen herkenbaar aan zijn brede body en het vleugelwerk. De S1 (Rover K-series) en S2 (1.8 Toyota V VTL-i, eventueel met supercharger) delen nog de motor met de Elise, hoewel in beide gevallen een stuk sterker in de Exige. Vanaf de S3 ligt de 3,5- liter Toyota V6 uit de Evora onder de kap, met of zonder supercharger. In de sterkste versie, de Cup 430, levert die maar liefst 430 pk.

LOTUS EUROPA S 2006-2010

Ontwikkeld als comfortabel GT-alternatief voor de Elise en Exige, met een verlengd chassis en de 2,0-liter turbo uit de Opel Speedster. Uitgerust met airco en geluidsinstallatie, heilig-schennis voor de Lotus-purist. De ontvangst was lauw en de verkoop verliep moeizaam. Voor een GT was de Europa niet comfortabel genoeg. Om de kosten de drukken had de Europa in Maleisië bij moederbedrijf Proton van de band moeten lopen, maar Lotus koos toch voor Hethel. Er is nog een poging gedaan de auto als Proton Lekir te rebooten, maar het bleef bij een prototype. Dodge heeft een Europa als basis gebruikt voor de elektrische Circuit conceptcar.

MELKUS RS2000  2009-2012

Oost-Duitser Heinz Melkus bouwde tot 1979 sportwagens achter het ijzeren gordijn, voorzien van vleugeldeuren en tweetakt Wartburg-blokjes. In 2009 presenteerde de zoon van de oprichter, Peter Melkus, een fraaie opvolger op basis van de Elise, wederom met vleugeldeuren. Helaas zonder al te veel succes. In 2012 gaat het wederopgestane Melkus alweer ten onder.