30 kilometer per uur wordt het nieuwe 50 en dat kost bijna een miljard
Bijna de helft van de gemeenten in Nederland wil de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom op nog meer plekken terugbrengen naar 30 kilometer per uur. Dan moet er ook veel veranderen aan de inrichting van de wegen. Anders levert een snelheidsverlaging weinig op voor de verkeersveiligheid.
Dat stelt ingenieursadviesbureau Sweco na een onderzoek in samenwerking met Binnenlands Bestuur, een vakblad voor ambtenaren en bestuurders. Wie het benodigde bedrag voor infrastructurele aanpassingen gaat ophoesten, is echter nog niet duidelijk. Gemeenten zijn dan ook huiverig voor de rekening.
Van 50 naar 30 kilometer per uur
Het onderzoek kwam er na de oproep van de Tweede Kamer vorig najaar om de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom waar mogelijk terug te brengen naar 30 kilometer per uur. Dat is veiliger voor voetganger en fietser. De online-enquête is door 550 mensen ingevuld, die werken bij gemeentes, provincies, waterschappen, politie en ministeries.
Uit de enquête komt tevens naar voren dat 80 procent van de gemeenten vindt dat infrastructurele aanpassingen nodig zijn om de snelheidsverlaging goed te kunnen uitvoeren. Ruim de helft is bezorgd dat dat te veel gaat kosten.
Kostenplaatje? Even slikken…
Het ingenieursbureau bekeek ook alle 30- en 50-kilometerwegen. Bij een vijfde van alle 50-kilometerwegen binnen de bebouwde kom vinden de onderzoekers het inderdaad raadzaam om de snelheid terug te brengen naar 30 kilometer per uur. Bij de helft hiervan kan bovendien dit zonder grote infrastructurele ingrepen. Kosten: in totaal 175 miljoen euro.
Voor de andere helft van de aan te passen wegen is grootschalige reconstructie nodig. Sweco becijferde dat de totale kosten hiervoor op ongeveer 950 miljoen euro uitkomen.