60 jaar Mini: een verleden met Nederlandse invloeden
Mini bestaat vandaag zestig jaar en om dat te vieren, lanceert het merk de Mini 60 Years Edition. Een versie die knipoogt naar het verleden, maar niet heel anders is dan een reguliere Cooper. En dus vonden wij het tijd om even terug te blikken naar het rijke verleden van de Britse hartenveroveraar. In het bijzonder naar twee belangrijke momenten uit de geschiedenis, met beide een Nederlands tintje.
Het verhaal van de originele Mini begint in de midden jaren ’50. In 1955 krijgt Alec Issigonis, een getalenteerde ingenieur die in 1936 gaat werken voor Morris Motor Ltd., van de British Motor Company (BMC, de fusiemaatschappij van Austin en Morris) de opdracht om een aantal nieuwe modellen te ontwikkelen. Twee familiewagens hadden de prioriteit, het kleine model dat Issignosis in gedachten had kon nog wel even wachten. Maar al snel draait dat idee helemaal om.
Crisis
Door de Suezcrisis stagneerde de toevoer van olie naar Europa en dus moest er snel een kleine en zuinige auto op de markt komen. Er werkten maar negen mannen aan dit project, dat intern XC9003 werd genoemd. Met Issigonis aan het roer, die de eerste schets van de Mini op een servetje zou hebben getekend, kwam de kleine club met een revolutionaire auto. Ook de leiding van de firma was gecharmeerd en gaf groen licht voor productie. Austin en Morris, die in 1953 samen BMC hadden opgericht, brachten onder eigen naam een eigen model op de markt: de Austin Seven en de Morris Mini Minor.
Marketing
Om ruimte te besparen legde Issigonis de 848 cc viercilinder overdwars in de Mini. Zo kon hij een korte neus creëeren. Het wagentje kreeg voorwielaandrijving en was heel erg compact: 305 cm lang, 139 cm breed, 133 cm hoog en 590 kg zwaar. Om de auto aan de man te brengen, werd een indrukwekkende marketingcampagne gevoerd. Op de dag van de introductie werden er zo’n tweeduizend Mini’s verdeeld over honderd landen tentoongesteld. Tegelijkertijd stonden er al duizenden exemplaren klaar om verkocht te worden.
In die vroege jaren kreeg het model al een Nederlands tintje. Firma J.J. Molenaar uit Amersfoort was de Nederlandse importeur van Morris en assembleerde vanaf eind 1959 in totaal 4.358 Mini’s, zowel in de vorm van Austin Seven als Morris Mini Minor.
BMW
Door de populariteit van de hatchback kwamen er verschillende versies van de Mini, zoals een bestelauto, een stationwagen en een pick-up. In 1970, toen de auto inmiddels eigendom was van het nieuwe British Leyland, kreeg de Mini z’n eigen merknaam. De daaropvolgende decennia veranderden weinig aan het uiterlijk van het wagentje, die onderhuis wel telkens werd vernieuwd. In de jaren ’80 en ’90 werden er verschillende speciale edities geproduceerd, waardoor het merk steeds meer de status van fashion icon kreeg. In 1994 was Mini onderdeel van de Rover Group, dat toen werd overgenomen door BMW. En daar begint het tweede grote hoofdstuk voor het merk, met in 2001 de wedergeboorte van het model in geheel nieuw jasje.
Concept
Het startschot voor de nieuwe legende werd in de jaren ’90 al gegeven. BMW ziet dan geen toekomst in Rover en doet dat merk direct van de hand. In Mini hebben de Duitsers wel interesse. In 1997 komt het Beierse merk met twee totaal verschillende concepts, die de nieuwe toekomst van het merk moeten inluiden. Een daarvan was de Spiritual Concept: een kleine stadsauto, ontworpen in de geest van de originele Mini om een kleine auto zoveel mogelijk ruimte mee te geven. Dat concept zou uiteindelijk mijlenver van de uiteindelijke nieuwe Mini afstaan. De andere concept met Nederlandse invloeden zou namelijk veel meer prijsgeven van de nieuwe weg die het kleine Britse autootje zou inslaan.
Van Hooydonk
Het andere concept dat BMW in 1997 liet zien, was de Mini ACV30 (Anniversary Concept Vehicle 30). Die auto vierde dat dertig jaar eerder de originele Cooper S voor het eerst de Monte Carlo Rally won. Toch was die auto ook duidelijk een blik op de toekomst. De auto werd ontworpen door onze eigen Adrian van Hooydonk (sinds 1992 designer bij BMW) en Frank Stephenson. Laatstgenoemde werd later verantwoordelijk voor de nieuwe Mini, en zo is de ACV30 ook duidelijk een bloedverwant van dat nieuwe icoon. Vooral het interieur van de ACV30 had veel invloed op de latere productie-auto.
Het recept van de auto veranderde door de keuze van dit conceptmodel wel drastisch: het werd meer een modelabel dan een slimme, ruime auto. De eerste generatie van de nieuwe Mini is voor hedendaagse standaarden compact, maar was niet meer zo klein en vernuftig als het originele model. Ook de generaties daarna groeiden en groeiden. Maar dat ook de nieuwe Mini een gigantisch succes is geworden, is wel zeker. En omdat er vanaf 2014 ook Mini’s worden gebouwd in het Limburgse Born, heeft ons kleine landje de afgelopen zestig jaar toch een aardige rol gespeeld in de opkomst en populariteit van het legendarische model.