Sjors ten Tije Nieuws 22 sep 2020, 14:45

Leestijd: 3 minuten

Waarom een stadsauto in het a-segment een probleem is voor fabrikanten

De klasse van de kleinste automodellen, het zogeheten a-segment, wordt kleiner en kleiner en is volgens veel fabrikanten steeds minder interessant. Elektrificatie en CO2-regels vormen een probleem, maar toch is er een aantal autobouwers dat nog wél brood ziet in stadsauto.

Autofabrikanten hebben moeite met het kleine a-segment, met auto’s als de Volkswagen Up!, Peugeot 108 en Toyota Aygo. Hoewel het segment van die stadsauto’s op het eerste oog zeer geschikt lijkt voor een elektrische aandrijflijn, is dat voor fabrikanten veel makkelijker gezegd dan gedaan.

Probleem voor de fabrikant

Waarom? Stadsauto’s worden vaak in groten getale gemaakt en gekocht, en zijn daarom een probleem voor fabrikanten. Zoals je waarschijnlijk weet moet de gemiddelde vloot-uitstoot van een automerk per 1 januari 2021 95 gram of lager zijn. De komende jaren wordt dat getal steeds verder aangescherpt. Stadsauto’s zijn relatief niet zo vervuilend (auto’s als de Aygo en 108 stoten minder dan 95 gram CO2 per kilometer uit), maar worden wel veel gekocht waardoor ze een flink aandeel hebben in dat gemiddelde cijfer.

Dus zou je zeggen: elektrificeer die handel! Maar een elektrische aandrijflijn is momenteel nog heel erg prijzig. Vooral een accu maakt een auto erg duur. Kijk maar eens naar de elektro-versies van de Peugeot 208 en Opel Corsa. Die zijn duizenden euro’s duurder dan hun benzinebroers. Bovendien moeten fabrikanten nu hun ontwikkelingskosten terugverdienen, waardoor EV’s erg kostbaar zijn. Daarnaast is zijn de stadsauto’s compact en beschikken zij over slechts vier zitplaatsen en een kleine kofferruimte.

Aankoopfactor in het a-segment

Auto’s in het a-segment zijn (relatief gezien) goedkoop. En voor mensen die dat soort auto’s kopen, is de prijs van een auto een heel grote aankoopfactor. Voeg je elektrotechniek toe aan een klein model, dan stijgt de prijs van die auto enorm. Dan worden ze voor een grote groep onbetaalbaar en dus heel onaantrekkelijk. “Een prijsverschil van €500 is voor de koper in het a-segment al een reden om de ene auto boven de andere te kiezen”, vertelde David Labrosse, ontwikkelingsbaas bij Hyundai/Kia, vorig jaar aan Autovisie.

Veel fabrikanten worstelen daarom met het a-segment. Blijf je doorgaan met de productie van die auto’s en riskeer je een hoge CO2-uitstoot, of neem je de gok om te investeren in elektrotechniek?

Volkswagen ID.1

Skoda heeft bijvoorbeeld al laten weten dat het geen opvolger van de Citigo gaat bouwen. Ook een nieuwe e-Up! of Mii Electric staat voor nu niet op de planning. Toch wordt er al een tijd gespeculeerd over een Volkswagen ID.1: een stadsauto in de elektrische ID.-lijn. Dat nieuws heeft de fabrikant nog niet bevestigd, maar in een gesprek met de media liet de CEO van Volkswagen, Ralf Brandstätter, weten dat het bedrijf serieus kijkt naar een auto ónder de ID.3. Eerder berichtten verschillende media al over 2023 als introductiejaar van dat model. Dat wordt dan niet zoals de Up! (en al die andere modellen) een auto die met meerdere aandrijflijnen verschijnt, maar een pure EV. Het modulaire MEB-platform zal dan opnieuw de basis vormen.

Volkswagen is overigens niet de enige fabrikant die nadenkt over het elektrificeren van een stadsauto. Smart biedt uiteraard al geruime tijd een elektrische versie van zijn ForTwo en ForFour aan, en die aandrijflijn gaat Renault ook gebruiken voor de Twingo Z.E. Kia liet vorig jaar in gesprek met Autovisie weten dat het kijkt naar de toekomst van de Picanto. Volgens ontwikkelingsbaas David Labrosse heeft het bedrijf nog geen beslissing gemaakt over mogelijke elektrificatie van dat model.