Autovisie Nieuws 23 jul 2021, 17:23

Leestijd: 3 minuten

Autodiefstal daalt opnieuw, Volkswagen nog altijd populair doelwit

De autodiefstal in Nederland blijft maar dalen. In de eerste helft van 2021 zijn er 2578 personenauto’s gestolen, blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatie- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). Dat is een daling van ruim 21 procent ten opzichte van 2020.

Daarmee blijft de daling in autodiefstallen zich dus voortzetten. Dat betekent volgens het LIV niet meteen dat de vlag uit mag. Zo werden bepaalde merken dit jaar veel vaker gestolen. Bij auto’s van Nissan en Mazda is het aantal diefstallen namelijk gestegen met respectievelijk 227 en 143 procent. De Nissan Qashqai en de Mazda CX-5 zijn daarbij grote bijdragers, met respectievelijk 56 en 68 stuks.

Over het algemeen lijken SUV’s wat meer in populariteit te stijgen bij dieven. Bij merken zoals Renault, Audi, Peugeot en Opel nemen de aantallen gestolen SUV’s toe. Op zich niet vreemd, omdat juist die merken zich steeds meer bezighouden met SUV’s. Die worden meer gekocht, en dus is de kans ook groter dat juist bij die auto’s wordt ingebroken – en niet bij sedans en stationwagons die juist uit het straatbeeld verdwijnen.

Veranderingen in de top vijf merken

Opvallend is dat Mercedes en BMW uit de top vijf meest gestolen auto’s zijn verdwenen. In plaats daarvan vinden we nu Peugeot en Renault in de top vijf waar je eigenlijk niet wil staan terug, ondanks de dalende autodiefstal bij deze twee merken. Audi blijft op de vijfde plaats staan terwijl Volkswagen nog altijd de kroon spant. Met 445 gestolen personenauto’s is Volkswagen het meest gestolen automerk van Nederland. Toyota en Renault volgen op afstand met respectievelijk 229 en 203 gestolen auto’s. Peugeot zag 176 auto’s van haar merk gestolen worden. In het eerste halfjaar van 2021 zijn er 162 auto’s met de bekende vier ringen gestolen.

Populaire modellen bij autodiefstal

Dat Volkswagen nummer één is betekent ook dat de populairste modellen voor dieven van dit merk komen. Opnieuw ook het resultaat van het aantal VW’s dat in Nederland rondrijdt, want dat zijn er veel. Stipt bovenaan staat de Polo, met 170 gestolen modellen in de eerste helft van 2021. Het diefstalrisico van deze auto ligt daardoor op 1 op 1.676 met een zogenaamd terugvindpercentage van 36 procent. Op nummer twee vinden we – weinig verrassend – de Golf. Daarvan zijn er 164 gestolen in de eerste zes maanden. Op grote afstand volgt dan de nummer drie, de Fiat 500. Daarvan zijn er tot nu toe 83 gestolen.

Ook geeft het LIV de cijfers van de auto’s met het hoogste diefstalrisico. Op nummer vijf staat de Fiat 500, met een diefstalrisico van 1 op 1274. Het risico wordt al een stuk groter bij nummer vier, de Toyota RAV4. Daarvan zijn er 52 gestolen. Dat is wel een daling van 14,7 procent ten opzichte van 2020, maar het diefstalrisico is 1 op 595. Boven deze Toyota staat de Mazda CX-5 op drie met een risico van 1 op 518. Toyota heeft het er maar zwaar mee, want op twee staat de C-HR met een diefstalrisico van 1 op 417. Maar stipt op nummer één staat de Lexus RX 450h. Van deze hybride SUV zijn er dit jaar dan misschien ‘slechts’ 12 gestolen, maar het risico bedraagt daardoor wel 1 op 129. Slecht nieuws voor die eigenaren is ook nog eens dat het terugvindpercentage op 0 procent staat. Interessante feiten die samenhangen met het aantal betreffende auto’s dat in Nederland rondrijdt.

Niet achterover leunen

Over het algemeen blijft de autodiefstal dus alsnog dalen, maar achterover leunen zit er volgens manager Landelijk Informatie- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit Rudi Welling niet in. “Het gaat nu erg goed en dergelijke forse dalingen hebben we niet eerder meegemaakt”, zegt Welling. “Dat de coronapandemie invloed heeft op de autodiefstallen is wel aannemelijk, maar anderzijds bewijst de diefstaltoename bij Mazda en Nissan dat niet alle autodieven erdoor worden afgeschrikt. Kortom, laten we ons niet rijk rekenen en alert blijven op preventie en het terugvinden van gestolen voertuigen. Een goedgekeurd alarmsysteem is en blijft de eerste aanbeveling”.