Column Jaco Bijlsma: Rijplezier
Herinnert u zich die sticker nog met dat knalgele autootje, met een grote smile en de tekst ‘Blij dat ik rij’. In 1975 bedacht als onderdeel van een RAI/Bovag-campagne om het autorijden te stimuleren. Dat is opnieuw nodig lijkt me, want leuk autorijden bestaat nog en hoeft niet per definitie onbetaalbaar te zijn.
Het misverstand dat alleen heel dikke, erg dure auto’s plezier bieden, wil ik nog eens uit de wereld helpen. Vooral bij de jongste rijbewijshouders is die voorlichting nodig. Want deze smartphone-generatie lijkt pas wakker te worden bij een Bentley of een Ferrari. Hun autoplezier bestaat voornamelijk uit het maken van een selfie bij zulke droomauto’s. En als ik ze op zeldzame momenten over auto’s hoor praten met vrienden, dan gaat het vooral over de absolute topmerken.
Hun YouTube-helden rijden er ook in, dus waarom zouden ze minder willen? Helaas zijn supercars net als in 1975 nog steeds onbetaalbaar, dat bepaalt zelfs een belangrijk deel van hun aantrekkingskracht. Onbereikbaar voorlopig. En toch hoef je geen tientallen jaren te werken en te wachten op dat droommoment. Je kunt ook nu al wat kopen voor de prijs van een Vespa-scooter.
Ga maar eens shoppen op Gaspedaal.nl en Speurders en verbaas je over het aanbod. Ook als je met een bovengrens van 5000 euro zoekt, kom je goede en heel erg leuke auto’s tegen. Van vlotte Peugeootjes en Renaultjes tot echte fun-autootjes als de Mazda MX-5. En met een beetje zoeken kun je zelfs met een vroege Mini of Audi TT shinen.
Ook hier een universele bijsluiter: kies wel iets dat bij je past. Hoe vaak en waarvoor ga je hem gebruiken? Als je na die vragen nog steeds blij wordt van een auto, dan weet je dat ze niet alleen maar duur en onbereikbaar zijn.