Sjors ten Tije Nieuws 23 okt 2020, 10:31

Leestijd: 3 minuten

De Tomaso wil Amerikaanse Renaissance teweegbrengen

Vorig jaar verraste het legendarische De Tomaso ons met de P72. Lange tijd was het stil rondom de sensuele hypercar, maar nu laat de fabrikant weten naar de Verenigde Staten te vertrekken. En daar heeft het grootse plannen.

Dat is namelijk de plek waar de productieversies van de P72 het levenslicht moeten zien. We kunnen echter beter spreken over een land. Het is namelijk nog volkomen onduidelijk waar de fabriek van het merk komt te staan. Dat wordt waarschijnlijk ergens in de komende zes maanden bekendgemaakt. De Tomaso is momenteel met verschillende staten in gesprek om de juiste locatie voor de fabriek te vinden.

Amerikaanse Renaissance

Als de fabrikant eenmaal aan de andere kant van de oceaan is gevestigd, heeft het grootse plannen. In het persbericht – of beter gezegd; het manifest – dat het de wereld in stuurt spreekt het namelijk over een ‘Modern-Day American Automotive Renaissance’. “We richten onze blik op het ontketenen van een nieuw gouden tijdperk van Amerikaanse automobielontwerp en excellentie, en op het creëren van kansen, het cultiveren van talent en het stimuleren van gedurfde samenwerkingen”, zo luiden de woorden van de fabrikant.

De Tomaso spreekt over Mission AAR, wat dus staat voor die ‘American Automotive Renaissance’. Meer dan het bouwen van een supercar die teruggrijpt naar de gestroomlijnde race-auto’s uit de jaren ’50, ’60 en ’70 van de vorige eeuw, wil het dus een beweging opstarten die de grandeur van Amerikaans auto-ontwerp doet herleven. Het zegt daar samen te willen werken met allerlei partijen, om zo baankansen te creëren en ‘de vaardigheidskloof in Amerikaanse auto-ontwerp en -vakmanschap te verkleinen’.

Argentinië

Die oversteek naar de Verenigde Staten klinkt misschien een beetje lukraak, maar het past bij de bijzondere historie van De Tomaso. De merknaam is momenteel dan wel in handen van een rijke Chinese zakenman, het werd eind jaren ’50 opgericht door een Argentijn. Niet in het Zuid-Amerikaanse land, maar Alejandro de Tomaso startte zijn firma destijds in Modena (jazeker, tussen al die andere auto-giganten). De eerste auto die daar van de band rolde was de bloedmooie Vallelunga, waarna de iconische Mangusta volgde. Door een intense samenwerking met Ford kreeg De Tomaso al snel toegang tot de Amerikaanse markt. De Pantera, met afstand het bekendste model van De Tomaso, werd uiteindelijk zelfs getekend door een Amerikaan.

Na jaren van afwezigheid keerde De Tomaso vorig jaar dus terug met de P72, een sensuele hypercar gebaseerd op de oude P70 die door Alejandro en zijn team werd gebouwd. Het hart van die auto is overigens ook Amerikaans, want de fabrikant legt er een V8 van Ford in. Niet zomaar een achtcilinder, maar voor deze gelegenheid gekieteld door de bekende Ford-tuner Roush. Die moet minstens goed zijn voor 700 pk en 825 Nm. En ook dat past weer goed bij de historie van het merk. De iconische Pantera had immers ook een V8-motor van Ford.

Overigens heeft De Tomaso er nu bewust voor gekozen om een niet té krachtige aandrijflijn te monteren. Het was goed mogelijk geweest om rond de 1000 pk uit de Ford-motor te halen en dat zou passen bij het prijskaartje van zo’n €750.000. Toch vonden de Italianen (Amerikanen, Chinezen?) het beter om een turboloze krachtbron te gebruiken die vloeiend z’n vermogen afgeeft. Een tot de tanden getunede V8 zou te agressief zijn voor de luxueuze P72.

Glickenhaus

Overigens zal er een partij zijn die níet blij is met de komst van De Tomaso naar Amerika: Scuderia Cameron Glickenhaus. Het uitte vorig jaar al flinke kritiek op het ontwerp van de P72. Dat mondde toen uit in een digitale discussie tussen de twee firma’s. Wellicht herleven daarom ook de tijden van de concurrentie tussen de Italiaanse autobouwers in de jaren ’60 rondom Modena, als De Tomaso straks om de hoek bij Glickenhaus een fabriek opent. We gaan het zien. Voor nu is de fabrikant van plan om eind 2022 te beginnen met de productie van de P72.