De vijf: gaafste auto’s om mee naar het strand te gaan
Al het grote wereldnieuws deed deze week in ons land onder voor hét onderwerp dat iedereen bezighield: de extreme temperaturen. Gelukkig werden we ook verrast met twee elektrische strandauto’s: de Renault e-Plein Air en de Fiat 500 Jolly Icon-e. De prachtige autootjes doen je glimlachen, en daarom brengen wij jullie vandaag de vijf gaafste auto’s om mee naar het strand te gaan. Al kunnen ze een beetje onbereikbaar zijn.
1956 Fiat Eden ROC
We beginnen met misschien wel de gaafste van allemaal: de Fiat Eden ROC. Begin jaren ’50 wilde de uiterst stijlvolle Gianni Agnelli, aandeelhouder van Fiat, graag een bijzondere auto om zijn gasten van zijn huis in Nice naar het strand te brengen. Met die wens ging Pininfarina heel snel aan de slag om een unieke auto op het chassis van de toenmalige Fiat Multipla te bouwen. En zo stond in 1956 de Fiat Eden Roc op het podium tijdens de Paris Motor Show.
William Doheny, voorzitter van Union Oil, was daar zo van onder de indruk dat hij er ook eentje liet bouwen door Pininfarina. De auto’s werden ontzettend goed bewaard door beide families, die de Roc’s overigens wel veelvuldig gebruikten als familietransport. Het unieke frame, de aparte zitpositie en de lage voorruit maken de Eden Roc een bijzondere verschijning. Extreem is ook de achterbank, die van gebogen teakhout is gemaakt. Datzelfde hout komt ook terug aan de buitenkant van de auto, waardoor de Eden Roc ook nog eens erg chique is. En dus kun je in deze auto heel goed aankomen bij Zandvoort. Al gaat dat nooit gebeuren, want er werden maar twee exemplaren gebouwd. En die staan allebei in een museum.
1964 DAF Kini
Hollandse glorie! Ondanks dat je in ons land (normaal gesproken) vrij weinig aan een open strandauto hebt, werd er in Nederland toch eentje geproduceerd. En wel door ons eigen DAF. Dat merk had in die periode een goede band met Giovanni Michelotti, die vaker in dit lijstje terugkomt. Hij was een carrosseriebouwer en werkte voor diverse beroemde opdrachtgevers, zoals Ghia, Bertone, Alpine en Pininfarina. Niet het minste lijstje, dus. DAF gaf hem de opdracht om de oude DAF 600 een facelift te geven, die de naam DAF 32 kreeg. Die auto was strakker gelijnd, maar Michelotti ging nog veel verder.
Op de concours d’elegance van het Italiaanse Alassio presenteerde hij namelijk de Kini, een strandauto van het Nederlandse merk. Die auto heeft als basis de DAF 32, maar doet dat model bijna vergeten. De neus is veel langer en lager, en ook de kont loopt langer door. Michelotti won de eerste prijs met deze auto – die hij toen nog de Alassio noemde – en schonk ‘m daarna aan DAF-oprichter Willem van Doorne. Maar daarna kwam de auto in handen van een wel heel bijzonder koppel: prinses Beatrix en Prins Claus. Het was een verjaardagscadeautje van DAF voor de geboorte van Willem-Alexander, en dus schittert zijn naam op de spatborden van de Kini. De auto werd jarenlang gebruikt op het vakantieverblijf van het stel in het Italiaanse Porto Ecole. Nu staat de Kini alweer jaren in het DAF-museum. Dus ook met deze wagen kun je helaas nooit de blits op de boulevard maken…
1983 Citroën Méhari Plage
In een lijst als deze kan dit icoon natuurlijk niet ontbreken: de Citroën Méhari. De Méhari werd ontworpen door een man die in WO II had gevochten: Roland de la Poype. Hij tekende een voertuig dat zowel door het leger als voor recreatie gebruikt kon worden. De Méhari werd gemaakt van plastic gemaakt en is niet veel meer dan een omgebouwde Dyane met met een hoekige koets en een afneembaar dak. Maar juist dat is de charme van deze auto. Die auto werd een waar succes en bleef maar liefst twintig jaar in productie. Tot op de dag van vandaag is de Méhari nog ongekend populair.
Er kwamen – naast de Méhari 4×4 – twee gelimiteerde edities van de ‘plastic Eend’: de Méhari Azur (met blauwwitte carrosserie, een luxer dak en open velgen) en de Méhari Plage. Laatstgenoemde werd speciaal voor Spanje en Frankrijk ontwikkeld en maar 500 verkocht. Daarmee is de Plage, bedoeld voor het strand, de meest zeldzame versie van de iconische Citroën. Anders waren de gele lakkleur en de stickers op de auto. Binnenin kreeg je niks extra’s. En dat was ook wel handig, want wie op het strand rondloopt, neemt veel zand mee de auto in. En net zoals elke Méhari kon je ook de Plage van binnen gewoon met de hogedrukspuit reinigen. Hij is er wel een stukje duurder door. Een Plage kun je nu krijgen voor zo’n €15.000 tot €20.000 euro, als je er een kunt vinden. Vind je dat te gek? Voor zo’n €10.000 haal je al een vrij goede Méhari op waar je een Plage-stickerpakket voor kunt kopen. Dan ben je met voor een paar tientjes extra ook klaar. Pas dan wel op dat er geen Méhari-kenner op het strand ligt.
1961 Renault 4CV Jolly
De ‘gewone’ Renault 4CV heeft van zichzelf al best een bijzonder verhaal mee. In de oorlog verloor Louis Renault, oprichter van het Franse merk, vrijwel al zijn bezit aan de Duitsers. Werknemers van Renault mochten geen onderzoek doen naar nieuwe auto’s. Maar daar hadden Ferdinand Picard en Edmond Serre lak aan: zij wisselden in het geheim ideeën uit over hoe de nieuwe Renault er na de oorlog uit moest komen te zien. Ze hadden een kleine en zuinige wagen voor ogen, en kwamen in 1946 met de prachtige Renault 4CV. Dat was overigens helemaal in strijd met de gedachten van Louis Renault, die juist dacht dat het merk na de oorlog weer modellen voor de middenklasse moest gaan produceren. Maar als de oorlog klaar is, heeft hij niets meer te vertellen: Louis Renault wordt opgepakt omdat hij verdacht wordt van collaboratie met de Duitsers. De eerste 4CV’s worden allemaal geleverd in gelig beige. Dat was de kleur van de Duitse militaire voertuigen en er was op dat moment geen andere kleur beschikbaar. Uiteindelijk worden er 1,1 miljoen exemplaren gebouwd.
En dus is de 4CV qua aantallen geen bijzondere auto. Maar de stranduitvoering van de auto is dat wel. In 1961 kreeg de 4CV de zogenoemde ‘Jolly-carrosserie’. Gigi Segre, baas van de beroemde Italiaanse carrosseriebouwer Ghia, werd op vakanties geïnspireerd door de kleine auto’s die bij resorts en hotels werden gebruikt om gasten te vervoeren. En dus wilde hij ook zulke auto’s bouwen. Jolly, wat in het Italiaans ‘joker’ betekent, werd de naam voor de modellen die in zo’n strandautootje werden getransformeerd. Dat deden de Italianen vooral met 500’s en 600’s, maar ze namen ook 50 Renault 4CV’s onder handen. Die auto was daar namelijk heel goed voor geschikt: het chassis van de Renault was veel groter dan die van de Fiats, de motor had meer kracht en Ghia vond dat het uiterlijk van de auto veel geschikter was als vrolijke en relaxte strandauto. Vorig jaar verkocht veilinghuis RM Sotheby’s zo’n 4CV Jolly. Opbrengst: ruim €95.000. En dat terwijl je een heel mooie ‘gewone’ 4CV voor zo’n €10.000 kunt kopen. Dus ook deze vind je niet zomaar op Marktplaats, maar gelukkig kun je uren naar de prachtige plaatjes kijken.
1970 Fiat 850 Shellette
We sluiten het lijstje af met nog een Fiat. Het verhaal van de Jolly’s is bekend. Ook Michelotti, verantwoordelijk voor de DAF in dit lijstje, werd geïnspireerd door het concept van Ghia en nam de Fiat 850 onder handen. Die auto had – voor hedendaagse standaarden – een leuk concept. De motor lag achterin en dus kreeg de 850 achterwielaandrijving. Renault doet dat nu ook, door in de nieuwste Twingo ook de motor achterin te leggen en zo alle kracht naar de achterwielen te sturen. Afijn, terug naar de 850. Michelotti was in deze periode een van de belangrijkste ontwerpers van Italië en ging een samenwerking aan met Phillip Shell, een ontwerper van jachten. Samen ontwierpen ze de Shellette, ook wel de Spiaggetta genoemd.
De Shellette viel natuurlijk in lijn met de eerder geproduceerde Fiat 500 Jolly, maar had een compleet andere styling. Vooral door het werk van Shell, want de auto heeft toch iets weg van een boot. De Shellette kreeg het blok van de 850 Special, een 843 cc motor met 47 pk. Daardoor was de auto ‘redelijk comfortabel’ op een snelheid van 100 km/h. Nog meer luxe door die uitvoering: er zat naast een radio ook verwarming in de auto. In totaal bouwde Michelotti zo’n 80 Shellettes. Veel daarvan kwamen in handen van rijke, gefortuneerde families. Toch komen deze wagens nog wel eens langs op veilingsites. En dan blijkt het – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de 4CV Jolly – best een betaalbare auto. In 2013 verkocht veilinghuis Bonhams een gerestaureerd exemplaar voor €35.500, vorig jaar veilde RM Sotheby’s een opknapper voor minder dan €20.000. Dus zoek je nog een leuke auto voor op je privé-resort, houd het internet dan goed in de gaten.