De vijf: memorabele onthullingen op de IAA van Frankfurt
Ondanks dat veel autofabrikanten de IAA in Frankfurt dit jaar de rug toekeren, verwachten we de komende week toch nog een aantal bijzondere onthullingen. Die waren er in het verleden namelijk ook genoeg. Vandaag duiken we even terug in de tijd en kijken we naar vijf memorabele onthullingen op de IAA in Frankfurt.
1963: Porsche 901
Begin jaren ’60 ontstond bij Porsche het idee om een 2+2 fastbackcoupé te bouwen. Die auto zou het typenummer 901 meekrijgen. De ontwikkeling begon in 1962 en het doel was om de auto een jaar later op de IAA in Frankfurt te laten debuteren. En dat ging niet zonder slag of stoot. Ten eerste omdat Porsche in die tijd meerdere opdrachten had lopen en het dus al druk had, ten tweede omdat carrosserieleverancier Reutter niet de investering wilde doen die nodig was voor de 901. Porsche pakte door en nam de heel fabriek over, inclusief zo’n duizend werknemers.
Maar het kon niet voorkomen dat de Porsche 901 die in Frankfurt stond nog echt een preproductiemodel was. Specificaties hadden de mannen uit Stuttgart dus ook nog niet, die volgden pas in mei 1964 toen de productieversie werd onthuld. Maar dat betekende niet dat het merk vanaf dat moment rustig kon ademhalen. Toen de auto in serieproductie ging, klopte Peugeot namelijk op de deur met een protest. De typeaanduiding 901 zou inbreuk doen op de merkrechten van de Fransen. Zij waren immers van mening dat zij rechten hadden op de 0 als middelste cijfer van drie getallen als typeaanduiding. En dus veranderde Porsche de 0 naar een 1. Dat betekende namelijk dat er geen enorme veranderingen doorgevoerd hoefden te worden. En zo heeft Peugeot dus een flink aandeel gehad in een van de beroemdste typeaanduidingen uit de auto-industrie.
1975: Volkswagen Golf GTI
Ja, de beroemdste hot hatch zag op Frankfurt het levenslicht. De GTI-versie van de eerste generatie van de Volkswagen Golf werd in 1975 op de IAA in Frankfurt gepresenteerd. En daar werden voor die tijd krankzinnige cijfers vermeld. De Golf GTI sprintte in 9 seconden naar de 100 km/h en stopte pas met accelereren bij 182 km/h. Inmiddels is de GTI een grote legende en schieten prijzen voor Mk1’s door het dak, maar in het begin was de komst van het kleine kanon helemaal niet zo zeker.
Volkswagen had (dankzij de Käfer GSR) begin jaren ’70 namelijk niet zo’n goede reputatie op het gebied van snelle versies van hun auto’s. De eerste oliecrisis was namelijk een feit en het maken van een sportieve Käfer schoot de wereldpolitiek in het verkeerde keelgat. Een snelle versie van de Golf was in eerste instantie dan ook uitgesloten voor de directie van het merk.
Maar testingenieur Alfons Löwenberg dacht daar anders over en vond dat een sportieve versie Volkswagen een heel nieuw publiek aan kon trekken. Hij besloot in het geheim aan de slag te gaan en nodigde een aantal collega’s bij hem thuis uit om te praten over het geheime project. Het leek hen een goed idee om de EA827-motor uit de Audi 80 in een Scirocco te leggen, maar die auto was veel te lawaaiig en niet te besturen. Men bedacht dat het beter was om een alledaagse, praktische auto sneller te maken. Er werd voor de Golf gekozen, en ook het management was enthousiast. De rest is geschiedenis.
1995: Audi TT
1995 was geen verkeerd jaar voor de IAA. De Peugeot 406, BMW 5-serie (E39), Volvo V40: allemaal debuteerden zij op de autoshow in Frankfurt. Toch was het Audi dat de show stal met hun nieuwe conceptauto: de Audi TT. De ronde koets en gladde lijnen maakten het publiek enthousiast. Het is daarom ook gaaf dat Audi voor de productie van de TT bijna niet is afgeweken van het studiemodel dat voor het eerst in Frankfurt werd getoond. Wie vluchtig kijkt op onderstaande afbeelding denkt daar ‘gewoon’ een eerste generatie TT in te zien. De daklijn van het productiemodel is anders, net als de extra zijruit die achter het zijraam van het conceptmodel is geplaatst.
De naam TT komt van de successen van NSU. Dat merk werd in de jaren ’60 overgenomen door VW en ging verder in de naam Audi NSU Auto Union AG. NSU had aan het begin van de eeuw veel succes in de TT (Tourist Trophy) van de Isle of Man. Het merk gebruikte in de jaren ’60 zelf al die naam voor hun eigen modellen. Ook dat waren terugverwijzingen naar de racesuccessen.
Overigens werd er nooit opdracht gegeven om de Audi TT te bouwen. In 1994 tekende een van de ontwerpers zomaar uit het niets een schets van het model. Bij Audi was men wel direct enthousiast en dus werd er een team opgericht. De mannen werden ondergebracht onder de oevers van de Donau en kregen een eigen positie binnen het design- en ontwikkelingsteam van het merk. Het kostte ze maar zeven maanden om een concept te bouwen, die ze in 1995 toonden op de IAA. Hetzelfde jaar zag ook de conceptversie van de Roadster het licht op de autoshow van Tokyo.
2001: Lamborghini Murciélago
De eeuwwisseling was een spannende tijd voor Lamborghini. Het flamboyante merk werd in 1998 overgenomen door de Volkswagen Groep en ondergebracht bij dochtermerk Audi. Lamborghini, de knotsgekke autobouwer uit Sant’Agata Bolognese, kwam dus plotseling in handen van de degelijke Duitsers. En dus bestond er bij veel liefhebbers de angst dat het eerste model onder die supervisie de ziel van Lamborghini had verloren. Op de IAA werd duidelijk dat de nieuwe en grote Lambo relatief subtiel was, maar niet de lijnen van een straaljager had zoals we die van bijvoorbeeld de Countach kenden. Luc Donckerwolke was verantwoordelijk voor het design en tekende kort daarvoor ook de Audi A2. Niet bepaald om enthousiast van te worden.
Maar in de naam die de nieuwe Lambo liet VW al doorschemeren dat dit een fenomeen in wording was. Lamborghini geeft zijn auto’s traditioneel namen uit de wereld van het stierenvechten. Murciélago was een stier die tijdens een gevecht in 1879 maar liefst 28 messteken overleefde en met zoveel passie vocht, dat de matador hem in leven hield. De stier werd later aan Don Antonio Miura gegeven, een naam die later weer werd gebruikt voor de meest legendarische Lamborghini ooit. In het Spaans betekent Murciélago overigens vleermuis. Inmiddels is de Murciélago een zeer geliefd model onder enthousiastelingen. Ondanks de ‘rationele’ inbreng van Volkswagen/Audi had de Murciélago nog genoeg krankzinnige, onbegrijpelijke en typische Lambo-elementen in zich. En dus worden vroege exemplaren gezien als de laatste old-school Lambo’s.
2011: BMW i8
We kunnen pas over een paar jaar terugkijken naar het belang van hybride en elektrische auto’s. Maar de BMW i8 was vanaf het begin al een game changer. In 2011 werd het studiemodel op de IAA in Frankfurt getoond. Twee jaar eerder had BMW trouwens al een vergelijkbare auto op de IAA onthuld, al staat die verder af van het uiteindelijke productiemodel. De i8 die in Frankfurt werd getoond was zelfs voor hedendaagse standaarden enorm futuristisch. BMW toonde lef en produceerde een productiemodel dat bar weinig van het prototype afweek. De i8 prikkelde de liefhebber en gaf een hybride-sportauto de looks van een supercar.
BMW liet met de i8 zien dat een driecilinder heel veel in zich heeft, mits geholpen door een flinke elektromotor. De 1.5-liter driecilinder krijgt hulp van twee elektromotoren, die het systeemvermogen van de i8 uit laten komen op 362 pk en 570 Nm. De i8 was direct al baanbrekend, niet alleen qua uiterlijk waar onze eigen Adrian van Hooydonk verantwoordelijk voor is. De ingenieuze techniek en de mogelijkheid om de i3 elke dag te rijden zorgden voor een nieuwe dimensie voor de hybride-auto. De i8 (en de i3) zijn nooit bedoeld om een nieuwe lijn te starten, wel om de autowereld te revolutioneren. En dus komt er ook geen opvolger voor de i8, zo verzekerde BMW dit jaar al. In tegenstelling daarvan wachten we dus met smart op de Vision M Next Concept. Ook dat wordt een revolutionair model, maar die zal altijd gerelateerd worden met de baanbrekende i8.