Fotoverslag: Goodwood Revival 2017
Het wereldberoemde Engelse klassieke racefeest Goodwood Revival, was dit jaar een natte bedoening. De kostbare raceauto’s, het chic geklede publiek en ook hun klassiekers; alles en iedereen had er onder te lijden. Toch was het enthousiasme er niet minder om.
Britten zijn op dat gebied immers wel wat gewend. Ze klappen de paraplu open, stappen in hun laarzen en trotseren de modder. Maar ja, regen, regen en nog eens regen. De deftige Humber Super Snipe uit 1963 stopt in het door doorweekte marshalls aangewezen vak op het grasveld keurig naast een rij andere klassiekers van uiteenlopende jaargangen en komaf. De dame stapt voorzichtig uit de auto met haar glimmende zwart-witte pumps, in het natte gras. Haar fleurige japon waait even alle kanten op voordat ze goed en wel staat terwijl haar man de fraaie Britse limousine afsluit en de zwarte paraplu open klapt.
Stiff Upperlip
Opgewekt en met de gebruikelijke ‘stiff upperlip’ stapt het echtpaar in de richting van het modderpad dat naar het even verderop gelegen circuit leidt en waar vandaan al de nodige heftige uitlaatgeluiden, uitnodigend weerklinken. Het jaarlijkse weekend in september van het wereldberoemde Goodwood Revival, trekt letterlijk honderdduizenden bezoekers naar het gelijknamige zuid-Engelse landgoed waar op het bekende race circuit een bijna overvol programma wordt professioneel wordt afgewerkt. De drie Revival dagen bestaan uit de meest uiteenlopende races met klassieke en antieke raceauto’s, sportwagens, saloons en alles wat nog meer wielen en een motor heeft.
Jasje en dasje
De vaste bewoner van het landgoed, Lord March, heeft twintig jaar geleden toen hij met Revival begon, het publiek gevraagd om zich voor dit evenement vooral netjes aan te kleden met jasje en dasje en liefst ook een pet of een hoed. En aan de dames vroeg hij om in een mooie japon of jurk, feestelijke hoed en fraaie schoenen te willen komen. En wanneer iemand zoals hij dat vraagt, dan doen de Britten dat dan ook, massaal! De dame uit de Humber kijkt inmiddels wanhopig naar de tien centimeter dikke modderlaag op het paden het veld dat vóór haar ligt. Ze heeft geen keus, ze moet er doorheen, net als de duizenden anderen die voor haar al voorgingen, en de vele anderen achter haar die nog onderweg zijn en op de smalle weggetjes in de file staan.
Een bezoek aan Goodwood Revival is een jaarlijkse verplichting voor iedereen die iets met klassieke auto’s heeft. Het mooiste van het mooiste racet op de beroemde racebaan en het publiek komt met eveneens met zijn of haar mooiste of liefste ‘oude auto’ naar dit unieke evenement toe gereden. Je weet af en toe niet wat je daar allemaal ziet! En verder is het ook een geweldig sociaal feest dat aanleiding geeft tot het houden van champagne party’s en feestelijke lunches, of een gezellig dansje bij een Schots orkest onder een tentdoek. En wie serieus geld heeft komt per vliegtuig of helikopter naar het circuit, want Goodwood is ook nog een oud vliegveld. Maar ook zij moeten even door de modder waden om vervolgens in een fraaie, glazen ruimte met een goed glas lekkers, te worden opgevangen.
Goodwood Revival 2017 was dus een enorm nat evenement met slechts af en toe een straaltje zonneschijn, maar dat wil niet zeggen dat er dan races worden gannuleerd of halverwege worden afgebroken. En het betekent ook niet dat de deelnemers zich een beetje inhouden met hun veelal onvervangbare en onbetaalbare sportwagens. Het gaat om winnen en nog eens winnen en niets anders. Dat je dan af en toe na een race, een ernstig beschadigde Ferrari 250 Short Wheelbase of een plat gereden Jaguar E-Type Lightweight dan wel een razendsnelle maar helaas over de kop gerolde Austin A35 afgevoerd ziet worden, hoort er allemaal bij. Het is ‘all-in the game’. Gelukkig blijven de meeste van de kostelijke raceauto’s helemaal heel en blaast er verder af en toe hooguit iemand zijn motor op. Ook dat hoort er bij. Maar wie een race wint, krijgt een mooie toespraak, een interview op de TV, een kusje van een lieftallige, kletsnatte en hevig bibberende jongedame en tot slot ook nog een echte krans en een hele dikke sigaar. Dat hoort er allemaal bij. Je moét er gewoon een keer geweest zijn om het te geloven.
Tekst en foto’s: Dick Schornagel