Geely neemt ‘vliegende auto’-ontwikkelaar Terrafugia over
‘Vliegende auto’s’ brengen meer problemen met zich mee dan dat ze oplossen. Toch heeft dat Geely er niet van weerhouden om Terrafugia te kopen, een bedrijfje dat denkt te kunnen slagen waar velen faalden.
Er is een reden dat ‘vliegende auto’s’ nog nooit zijn doorgebroken. Ze lossen niet echt een bestaand probleem op, maar brengen wel een groot aantal moeilijkheden met zich mee. Zelfs al zouden ze volledig autonoom zijn (anders moet iedereen een vliegbrevet halen), dan nog hebben ze te maken met veiligheidsvraagstukken, luchtruimrestricties, geluidsnormen, logistieke problemen, beperkingen die te maken hebben met het weer, enzovoort.
Boeing en Airbus
Toch lijken zelfs grote bedrijven brood te zien in kleine, persoonlijke vliegmachines. Boeing heeft Aurora Flight Sciences gekocht, een onderneming die samen met Uber aan een vliegende taxiservice werkt. Airbus hoopt de Vahana VTOL nog dit jaar te kunnen lanceren. En nu heeft het Chinese Geely – dat eigenaar is van onder meer Volvo, Lotus en The London Taxi Company – Terrafugia gekocht.
Terrafugia denkt in 2020 een ‘vliegende auto’ in de lucht te hebben. Dat is er echter wel een die een start- en landingsbaan nodig heeft, dus daar is het eerste compromis al. Toch is Terrafugia ervan overtuigd dat de machine zijn bezitters “het gemak en de flexibiliteit geeft om op ieder moment plannen om te gooien”.
VTOL-eigenschappen
In 2023 moeten er een ‘vliegende auto’ zijn met VTOL-eigenschappen (Vertical Take-Off and Landing). Dat betekent dat hij verticaal zou kunnen landen en opstijgen, zoals een helikopter dat kan. Terrafugia geeft echter toe dat er nog veel technische beperkingen zijn. Het zou een model moeten worden met kantelende propellers, zoals ook de militaire Bell-Boeing V-22 Osprey heeft.