Het wagenpark moet verjongen, maar hoe realistisch is een opkoopregeling?
Een verandering en verjonging in het Nederlandse wagenpark is noodzakelijk, zo vindt de overheid. Maar is een snelle en grondige verjonging wel zo realistisch? We kijken naar de cijfers.
De automobilist moet zich de komende jaren flink aanpassen. Zo moeten we er bijvoorbeeld voor zorgen dat het stikstofpercentage in de lucht wordt verminderd. Daarom is er al een grote maatregel genomen: de maximumsnelheid op de snelweg wordt overdag overal verlaagd naar 100 km/h. Een andere maatregel voor een beter milieu is het verjongen van het (relatief oude) Nederlandse wagenpark. Maar kan dat wel zomaar?
Het kabinet denkt bijvoorbeeld na over een opkoopregeling of slooppremie. Bezitters van oude auto’s (bouwjaar 2004 of ouder) kunnen hun voertuig dan laten opkopen, waarna de vierwieler gesloopt wordt. Met het geld dat de particulier ontvangt, moet hij in staat zijn een nieuwe of jonge auto te kunnen kopen. Tien jaar terug was dat een succes: toen kocht de overheid 80.000 auto’s op die naar de sloop werden gebracht. Dat kostte toen 85 miljoen euro. Een deel van de mensen kocht een nieuwe of jong gebruikte auto terug.
Bpm
Nu is er volgens brancheorganisaties Bovag en Rai Vereniging meer geld beschikbaar om zo’n opkoopregeling uit te voeren. Zij spreken van zo’n 600 miljoen euro dat ten onrechte is geïncasseerd door een te snelle stijging van de bpm. De organisaties vinden dat dat bedrag gebruikt kan worden voor een slooppremie of opkoopregeling.
Maar er zit een probleem aan die opkoopregeling. Het bedrag dat automobilisten krijgen voor hun auto is vergeleken met de prijs van nieuwe auto’s, veel te laag. De reden: bpm. “Die zorgt voor veel problemen” vertelt Floris Liebrand, woordvoerder van Rai Vereniging, aan Autovisie. “Auto’s zijn in ons land veel te duur. Daardoor daalt het aantal nieuwverkopen, terwijl de occasionmarkt en de import van auto’s steeds verder groeit. Het kopen van een nieuwe auto is gewoon heel onaantrekkelijk, helemaal vergeleken met de landen om ons heen.”
Daarom pleiten de organisaties voor de afschaffing van de bpm. “Daarmee maak je het aantrekkelijker om auto’s in eigen land te kopen en stimuleer je je eigen economie. Ook jonge en gebruikte auto’s worden dan op termijn een stuk goedkoper.”
Koopkracht
Autovisie ging op zoek naar de cijfers achter deze situatie. In ‘Mobiliteit in cijfers: auto’s 2019-2020’ van Bovag en Rai Vereniging is te zien dat de gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe auto tussen 2010 en 2018 met ruim 28% is gestegen (€27.571 naar €34.505). Hoewel de registraties van nieuwe auto’s minder hard daalde (8%), mede door de opkomst en populariteit van lease-constructies, daalde de koopkracht van de particulier wel enorm. In 2010 kochten 237.822 mensen een nieuwe auto, in 2018 waren dat er nog maar 114.667. Rai Vereniging legt de schuld hiervan opnieuw bij de bpm.
De particulier is dus simpelweg steeds minder in staat om een nieuwe auto te kopen. Toch worden eigenaren van een wat oudere auto, en met name een oude diesel, wel onder druk gezet. Vooral de diesel zit volgend jaar al in het verdomhoekje: eigenaren gaan een hoger bedrag aan mrb betalen en mogen veel steden al niet meer betreden. Het terugkopen van een nieuwe of jonge auto wordt echter alsmaar moeilijker. Het gat tussen wat je hebt en zou moeten krijgen wordt zo steeds groter.