Autovisie Nieuws 28 feb 2015, 13:34

Leestijd: 3 minuten

Invasie van de hypercars

Vreesden liefhebbers dat de dagen van supercars geteld waren; inmiddels weten we beter. Op de autosalon van Genève debuteren komende week drie supersportwagens die zo extreem zijn dat ze een nieuwe naam verdienen: hypercars.

Twee van de drie komen uit Groot-Brittannië: de Aston Martin Vulcan en de McLaren P1 GTR. Het is lastig kiezen welke van de twee indrukwekkender is. Technisch en wat specificaties betreft valt er lastig iets in te brengen tegen de evolutieversie van de P1. De machine, die net als de Vulcan alleen voor circuitgebruik is bedoeld, brengt 1000 pk op het asfalt. Dat zijn er 277 meer dan in de gewone P1. Daarnaast zette McLaren de GTR op dieet waardoor hij vijftig kilo lichter werd.

Om al het geweld onder controle te houden, kreeg de auto tien procent meer neerwaartse druk. Dit lukte onder meer door de variabele achterspoiler te vervangen door een vast exemplaar. Net als bij de legendarische voorganger, de F1 GTR, gebeurde. Daarnaast heeft McLaren de spoorbreedte aan de voorkant 80 mm verbreed en ligt de P1 GTR een halve centimeter dichter bij het asfalt. Om de 19 inch wielen zijn slicks van Pirelli gelegd.

“Onder de motorkap ligt een hele dikke 7,0 liter V12, ontwikkeld door Aston Martin Racing”

Wat naam betreft kiezen we voor de Aston die zijn typeaanduiding deelt met de Avro Vulcan-jachtbommenwerper, die de Britten tijdens een flink deel van de koude oorlog startklaar hadden staan om atoombommen af te gooien op het rode gevaar. Deze Vulcan is een sportwagen volgens klassiek recept. Onder de motorkap ligt een hele dikke zeven liter V12 die is ontwikkeld door Aston Martin Racing. Het blok levert dik 800 pk die via een sequentiële zes versnellingsbak op de achterwielen worden overgebracht. De Vulcan heeft een carbonfiber monocoque. Ook de aandrijfas en remschijven zijn van dit superlichte materiaal. De pk/gewichtsverhouding is dankzij het gebruik van al het carbon volgens de fabrikant vergelijkbaar aan de auto’s die meerijden in de GTE-divisie op Le Mans. Serieus snel spul dus.

De kopers krijgen een speciale opleiding en begeleiding van fabrieksrijders als Darren Turner voordat ze met hun Vulcan de baan opgaan . Dit om – zoals Aston Martin bijzonder understated vermeldt – de eigenaren te begeleiden bij hun leercurve. Alleen door eerst met de mindere goden uit het assortiment zoals de ook bepaald niet slome V12 Vantage S, One-77 en de Vantage GT4 racer te rijden is het prestatiepotentieel van de Vulcan veilig aan te spreken.

Met de Vulcan en de P1 GTR keken de Britten een in potentie bijzonder lucratief kunstje af bij Ferrari. De Italianen hebben een traditie als het gaat om bouwen van trackdayauto’s voor de allerrijksten.  Van de Enzo was er een circuitversie en van zijn opvolger de LaFerrari komt er nu ook eentje. De specificaties lezen als geruststelling voor iedereen die vreest dat McLaren Maranello onder de duim zou hebben met de GTR. De FXX K heeft maar liefst 1050 pk. De omschrijving hybride monster lijkt daarom alles behalve overdreven.

Wie van Ferrari het trackdagwapen mag kopen, krijgt een stuur met daarop een Manettino die bijzonder veelbelovende standen heeft: Qualify (maximale kracht voor een beperkt aantal rondes), Long Run (voor gebalanceerde krachtafgifte over lange afstanden), Manual Boost (voor een korte, maximale krachtinjectie) en Fast Charge (voor snelladen van de accu). Net als McLaren heeft Ferrari de aerodynamica van FXX K flink aangepast. Zo is er een grotere.splitter, andere sideskirts, aangepaste bodemplaat met diffuser en ook hier een achterspoiler. Het resultaat van de operatie: de helft meer neerwaartse druk. De inzet van de LaFerrari FXX K zal via het bekende Corse Clienti verlopen.