Longread: Interview met Fiat 124 Spider-ontwerper Tom Tjaarda
In de afgelopen 50 jaar tekende designer Tom Tjaarda de meest uiteenlopende auto’s, waaronder de Fiat 124 Spider, bij diverse ontwerpstudio’s in Turijn. Hij laat ons zijn geliefde, maar afbrokkelende designmekka zien.
Tekst: Andrew Mason Fotografie: Sytse dijkstra (uit Autovisie 26, 2013)
“Ik krijg vaak de vraag waarom ik niet in een auto rijd die ik zelf heb ontworpen”, vertelt de 79-jarige Tom Tjaarda. “Waarom zou ik? Het gaat mij om het ontwerpen, dat is mijn leven. Kijk ook naar Marcello Gandini, die rijdt in een oude Simca.” Een paar jaar geleden tikte hij in Amerika een puntgave De Tomaso Pantera op de kop, zijn favoriete eigen ontwerp. “Dat was een plaatje, maar ik reed er nauwelijks mee en hij stond eigenlijk alleen maar in de weg.” Zijn huidige auto, een laatste generatie Fiat Croma 1.9 JTD, kocht hij vanwege de ruimte. “Mijn stiekeme hobby is het bouwen van en vliegen met op afstand bestuurbare modelvliegtuigen, daarom wilde ik een stationcar. Deze Croma kon ik voor een goede prijs kopen.”
“Als ze toch wisten dat de auto’s waarin zij reden, ontworpen waren door een kerel uit Detroit”
De nuchterheid waarmee de designer over zijn eigen auto praat is verbluffend, maar niet verassend. Ik herken het van een andere meester-ontwerper die ik twee jaar geleden interviewde: Robert Opron. De man achter de, in mijn ogen, mooiste Citroëns ooit, gaf aan in een Suzuki Wagon R+ te rijden. Lekker praktisch, was ook zíjn verklaring. Tjaarda vertelt daarentegen gepassioneerd over zijn ontwerpen, maar blijft altijd bescheiden. “Er was een periode, in 1964, dat Battista Pininfarina in een Lancia Flaminia 2.8 Pininfarina Coupé Speciale reed en Enzo Ferrari in een 330 GT 2+2 Pininfarina.” Beide auto’s zijn door Tjaarda getekend in zijn tijd bij de prestigieuze designstudio. “Maar daar hadden ze geen idee van. Ik was nooit bij vergaderingen met hen, zij wisten waarschijnlijk niet eens wie ik was. Zo ging dat vroeger. Ik lachte er weleens om: als ze toch wisten dat de auto’s waarin zij reden, ontworpen waren door een kerel uit Detroit!”
Sinds 1986 is hij zelfstandig ontwerper en heeft hij zijn eigen ontwerpbureau Tjaarda Design. Zijn kantoor is gehuisvest in een schitterend pand in het centrum van Turijn. Toepasselijk is de locatie ook. “Begin vorige eeuw werden hier de eerste Fiats gebouwd”, vertelt Tjaarda. “De oom van de dame die het pand beheert, is bovendien een van de oprichters van Fiat.” In de centrale gang van het appartement hangen foto’s van auto’s van zijn hand, met name designstudies en ‘one off’s’. In de achterste kamer hangen de muren vol met collages van foto’s en schetsen. Tjaarda was (en is) een begaafd tekenaar. “Een vriend van me is een boek over mij en mijn ontwerpen aan het schrijven”, verklaart hij de uiteenzetting. Zijn kantoor lijkt meer op een museum. Werkelijk alles uit het verre en recente verleden heeft hij gedocumenteerd en gearchiveerd. Hij slaat een map open en laat een schets zien van een compacte auto, een project van een paar jaar terug. “De Chinese fabrikant wilde een auto, op basis van de Fiat Uno, die moest lijken op een Audi A1. Ik stelde een aantal ontwerpen voor, maar steeds zeiden ze: ‘het moet meer A1 zijn’. Uiteindelijk had ik een auto getekend die daar zo op leek dat men vreesde voor rechtszaken. Het project werd afgeblazen.”
“Ik had eigenlijk allang met pensioen moeten zijn, maar ik kan niet stoppen”
Maar hij heeft meerdere lijnen uitstaan, getuige de sportauto die in voor-, zij- en achteraanzicht aan de muur hangt. Een project dat mogelijk doorgang vindt dankzij een rijke Chinese investeerder. “Ik had eigenlijk allang met pensioen moeten zijn, maar ik kan niet stoppen. Ik sta nog elke ochtend vroeg op met mijn vrouw. Dan eten we een croissant, drinken een kop koffie en gaan onze eigen weg.” Zijn vrouw, tot haar pensioen dit jaar rector op een middelbare school, schrijft momenteel een boek over de omgang met allochtone leerlingen. Hij noemt haar veelvuldig. Ook vandaag is zij met haar boek bezig en dus heeft hij alle tijd voor ons. In zijn agenda neemt ‘Holland 10:00 visit’ de hele kolom van deze dag in beslag. Tjaarda is graag onze gids tijdens een ‘designtour’ door Turijn. In de hoogtijdagen zaten hier immers honderden grote en kleinere carrosseriebouwers en designstudio’s. Maar een glorieuze tocht wordt het anno 2013 niet.
“Het leven in Turijn is een stuk beter geworden na de Olympische Winterspelen in 2006. De stad is niet meer zo somber”, vergoelijkt hij nog, terwijl we richting het oude hoofdkwartier van Carrozzeria Ghia rijden. Inderdaad, het designhuis achter fameuze auto’s als de Karmann Ghia, maar dat na de overname van Ford in 1970 is gedegradeerd tot een aanduiding van het meest luxueuze uitrustingsniveau van een Focus of Mondeo. Na een kwartier door het drukke Turijnse stadsverkeer rijden we een doodlopende straat in van het type ‘mes in je rug na middernacht’. Links en rechts statige, industriële panden volgeklad met graffiti. De meeste ramen ingegooid. Dikke, stalen deuren met kettingen schermen de toegangspoorten af.
“We rijden een doodlopende straat in van het type ‘mes in je rug na middernacht'”
Tjaarda parkeert zijn Croma vlak voor het Ghia-gebouw dat Ford tien jaar geleden sloot, onder het kantoor waar hij van 1968 tot 1977 zat. “Daar rechts zat Alejandro de Tomaso”, wijst hij aan. “Een intelligente man, sluw ook. Hij maakte altijd grapjes over Amerikanen, daar kon ik wel om lachen. Ik vond hem amusant, maar het was een moeilijke man in de omgang.” Samen turen we door de kieren en gaten naar de fabriekshal en de ‘modelshop’ waar hij veel tijd doorbracht. Aan de andere kant van de straat, in al even deplorabele toestand, staat het pand van O.S.I. (Officine Stampaggi Industriali). Hier werden eind jaren vijftig, begin jaren zestig prachtige creaties gebouwd, waaronder de Innocenti 950 Spider en Fiat 2300 Coupé. Tjaarda werkte er driekwart jaar in 1967. Sentimenteel wordt hij niet van de treurige aanblikken, noch is hij verbitterd. “Ik kijk liever vooruit”, glimlacht hij. “Maar ik ben wel teleurgesteld dat Ghia niet beter zijn best heeft gedaan om zelfstandig te blijven en te overleven.”
Volgende slachtoffer: De Tomaso. Van 1961 tot 1965 werkte Tjaarda in het gebouw aan de Via Pininfarina toen het nog toebehoorde aan Pininfarina. In 2009 huurde ex-Fiat topman Gian Mario Rossignolo het als historisch correcte plek om De Tomaso nieuw leven in te blazen. Het futuristisch ogende complex met de verticale zonnewering ziet er op het eerste gezicht onaangetast uit, maar eenmaal dichtbij ontwaar je de verpaupering. Hagedissen schieten weg als ik richting een raam loop om naar binnen te gluren. ‘Ladro’ staat groot op de garagedeur gespoten. “Dief”, verduidelijkt Tjaarda, die in de afgelopen vijftig jaar vloeiend Italiaans leerde spreken, zij het met een typisch Amerikaans accent. In 2010 werkte hij als designconsultant voor het met overheidsgeld gereïncarneerde merk. “Rossignolo wilde een suv gaan maken, de Deauville, maar daar had ik altijd al mijn twijfels over. Dat soort auto’s kost zo veel om te bouwen, alleen het interieur al! Hoe dacht het kleine De Tomaso dat ooit voor elkaar te krijgen? Ik wilde al snel weg, maar ik kreeg goed betaald, 8000 euro per maand. Uiteindelijk heb ik ervoor gezorgd dat ik werd ontslagen. Ik ben altijd uitbetaald, daar heb ik geluk mee gehad. Kort daarna vernam ik dat veel mensen konden fluiten naar hun geld.” Op 12 juli 2012 werd Rossignolo samen met twee andere managers opgepakt voor het verduisteren van 7,5 miljoen euro belastinggeld. Het avontuur had toen amper drie jaar geduurd. “Ik geloof dat de intenties in het begin wel goed waren, maar in de laatste fase was De Tomaso, toen men doorkreeg dat een suv niet haalbaar was, niet veel meer dan een dekmantel om belastinggeld weg te sluizen”, meent Tjaarda. “Doodzonde, het was een prachtig bedrijf met slimme ingenieurs, maar gerund door oplichters.”
“Doodzonde, het was een bedrijf met slimme ingenieurs, maar gerund door oplichters”
Tjaarda overpeinst de situatie. “Bizar, Rossignolo had niet eens een rijbewijs. Hij liet zich altijd rijden. Ik heb hem eens achter het stuur gezien, als een oud dametje. Hij ging ook nooit naar autoshows, compleet onkundig die man. Uiteindelijk schoof hij het hele De Tomasodebacle af op zijn zoon. Die moest de bak in.” Maar de treurnis houdt hier niet op. Vlak naast De Tomaso staan de windtunnel en een ontwikkelingsafdeling van Pininfarina. Het kantoor is duidelijk al een tijd verstoken van Italianen in mooie pakken met grootse plannen. De windtunnel ziet er beter uit en lijkt nog in bedrijf, maar net als bij de buren wordt het verval pas zichtbaar van dichtbij. Vreemd: terwijl het hermetisch afgesloten terrein is verlaten, staan de glazen toegangsdeuren naar de windtunnel wagenwijd open. “Dit is, geloof ik, in 1968 gebouwd.” Tjaarda tuurt door het hek naar het typische bouwwerk. “Er zat zeker handel in. Pininfarina verhuurde hem destijds aan grote fabrikanten, waaronder Opel.” Het komt me voor alsof de designindustrie hier in één keer in elkaar plofte. “Niet in één keer,” legt hij uit, “maar de afgelopen 10 jaar wel in een heel hoog en constant tempo.” Kon men dat niet voorzien? “Nee, het was onvermijdelijk. Het ging lange tijd goed, omdat de auto’s simpel waren. Met de toenemende complexiteit werd coachbuilding steeds kostbaarder vanwege elektronica, crashveiligheid en garanties. Té kostbaar.” Vandaar ook dat de afdeling carrosseriebouw van Bertone sinds vier jaar niet meer bestaat. De befaamde naam prijkt alleen nog op de designstudio (Stile Bertone S.p.A.) even buiten Turijn in Caprie. De voorzijde van de oude fabriek aan de Viale Nuccio Bertone, waar we tot slot ook nog langsrijden, wordt nu opgesierd door een gloednieuwe glazen gevel en de naam Maserati. “Toen Fiat de fabriek in 2009 overnam wist men niet goed wat ermee moest worden gedaan. Nu hebben ze besloten om er de nieuwe Ghibli te produceren”, zo zegt Tjaarda.
Tegenwoordig drijven de overblijfselen van de Turijnse designindustrie vooral op China. Net als Tjaarda Design. Een van zijn grotere opdrachtgevers is een firma in Shanghai, die alles voor in en om het huis maakt. Een soort Chinese Ikea. “Op een dag kreeg ik een mail met de boodschap: ‘We hebben uw naam op internet gevonden. We hebben gezien dat u prachtige Ferrari’s heeft ontworpen, daarom willen we graag dat u een lichtschakelaar ontwerpt die net zo elegant is als een Ferrari.’ Ik vraag me nog steeds af wat ze daarmee bedoelen”, lacht hij.
“De uitlaat van een auto of een lichtschakelaar, in alles zit ruimte voor verbetering”
Toch is zijn eerste ontwerp al een tijd in productie. “Ze maken er zelfs reclame voor: ontworpen door een Italiaans/Amerikaanse designer. Ik kijk nergens op neer: een uitlaat van een auto, een lichtschakelaar. In alles zit ruimte voor verbetering. Dat vind ik een uitdaging, maar mijn vrouw verklaart me voor gek.” Hij laat een aantal schetsen zien, van wastafels en toiletten tot lampen. Een vast inkomen haalt hij uit schoonmaakmachines. “Ik heb er minimaal 150 ontworpen”, realiseert hij zich. “Ach, het betaalt de rekeningen. Ik kan niet meer alleen rondkomen van auto’s ontwerpen.”
Wie is Tom Tjaarda?
De liefde voor auto’s en vliegtuigen komt niet van een vreemde. Toms vader was auto- en vliegtuigontwerper en ontwierp rond 1919 zelfs nog een carrosserie voor Spyker. In 1923 emigreerde de Fries (vandaar de Nederlandse achternaam) met zijn vrouw naar Amerika. Elf jaar later, op 23 juli 1934, werd Tom geboren in autostad Detroit. Hij bezocht de Birmingham High School en studeerde van 1953 to 1958 architectuur op de universiteit van Michigan waar hij een brede ontwerpopleiding genoot. Dankzij een stage bij Carrozzeria Ghia kwam hij in Turijn terecht. Hij leerde snel Italiaans, maar Nederlands heeft hij nooit gesproken. Tot augustus 1984 bepaalde hij het gezicht van ontelbare concept cars, showauto’s en speciale versies bij designstudio’s waaronder Ghia, Ital Styling en Pininfarina. Zijn belangrijkste (massa)productieauto is de Ford Fiesta uit 1976, die hij ontwierp bij Ghia. Later was hij drie jaar lang Director of Advanced Design bij Fiat. Kijk voor een uitputtende, met foto’s geïllustreerde lijst op www.tom-tjaarda.net. In 1984 richtte hij Tjaarda Design op en houdt hij zich als zelfstandig designer bezig met automotive en industrieel design.
Lees ook:
Ook interessant
-
Volkswagen die zelfs Duitsers niet kennen | Sjoerds Weetjes 427
-
100.000 LPG-rijders komen goed weg: korting wegenbelasting blijft
-
Kan het nóg extremer? Porsche levert 911 GT3 RS nu ook zo
-
Subsidiepot nieuwe elektrische auto leeg! Koop nog snel een gebruikte EV
-
Nieuwe Hyundai Ioniq 9 is 7-zits vlaggenschip met flinke range
-
Zelfs Lotus schrapt nu zijn ambitieuze EV-plannen
-
Tegenvallende automarkt dwingt Ford Europe tot massaontslagen
-
Moet je een rijstrook opschuiven voor iemand die wil invoegen?
-
Duik in de prijslijst: Mini Aceman een heet gewassen Countryman?
-
Zeg ‘t maar: hoort dit logo op een handtasje of op een auto?
-
Door de SM Tribute moeten wij nu onze schoenen opeten
-
De auto op deze foto werd een financiële strop voor Jaguar