McLaren en Williams starten fors gehavend aan Formule 1
De coronapandemie heeft ook het miljoenencircus van de Formule 1 hard geraakt. De vier maanden gedwongen pauze heeft er bij de meeste renstallen in de koningsklasse van de autosport financieel fors ingehakt. Met name McLaren en Williams hebben het financieel zwaar. Ze maken volgend weekeinde in Oostenrijk een onzekere start van het verlate seizoen.
Ook de teams van Renault, Racing Point en Haas zitten er allerminst warmpjes bij. Ze hebben personeel moeten ontslaan omdat de fabrieken waar hun raceauto’s worden gemaakt voor een langere periode moesten sluiten en er nauwelijks inkomsten binnenkwamen.
Veel verlies McLaren en Williams
McLaren lijkt het team in de meeste benarde positie. De renstal komt geld tekort en zoekt allerlei manieren de financiën aan te vullen. Er zijn plannen om aandelen te verkopen en het team doet pogingen leningen los te weken, waarbij de collectie historische sportwagens die zijn verzameld in de fabriek in Woking als onderpand dienen. McLaren is zelfs naar de rechter gestapt om dat voor elkaar te krijgen.
Williams staat er niet veel beter voor. Het Britse team leed vorig jaar al veel verlies, mede door de onthutsend zwakke prestaties op de circuits. Het team, dat in het verleden zeven keer de wereldkampioen leverde, eindigde als laatste bij de constructeurs. De titelsponsor is afgehaakt. Daardoor overweegt ook Willams de Formule 1-renstal, opgericht door oud-coureur Frank Williams, te verkopen aan een andere eigenaar.
Budgetplafond Formule 1
Het aangekondigde budgetplafond in de Formule 1 brengt waarschijnlijk wel wat verlichting. Het maximumbedrag dat de renstallen in 2021 mogen uitgeven aan de ontwikkeling van de auto’s is op 133 miljoen euro gesteld. De teams die al op het randje balanceren van wat nog verantwoord is om uit te geven, juichen dat budgetplafond toe.
Met het invoeren van een gelijk budget voor alle teams wil de Formule 1 niet alleen kostenbesparing bereiken, maar ook dat er een einde komt aan de suprematie van Mercedes, Ferrari en Red Bull. Die drie teams geven verreweg het meeste geld uit aan de bouw en ontwikkeling van hun bolides, maken ook al jaren de dienst uit en nemen volgens velen de spanning weg in de races. Mercedes spant de kroon; dat team heeft de afgelopen zes jaar de constructeurstitel veroverd.