Minotto kiest toch voor legendarische Colombo V12
Minotto gaat tóch V12’s plaatsen in hun toekomstige creaties. De eerdere plannen om opgeboorde Busso V6-motoren te gebruiken gaat daarmee de prullenbak in.
Autovisie sprak vorig jaar uitgebreid met Hans Teijgeler, de creator van het jonge en bijzondere Nederlandse Minotto. Samen met onder andere zijn ‘edelsmid’ Rutger Meijer bouwde hij een volledig eigen en heel fraaie tweezits sportwagen. De inspiratie voor de auto haalde hij uit de beroemde Ferrari Monza’s uit de jaren ’50. Teijgeler en co. besloten meer auto’s te gaan vervaardigen en richtten een nieuw merk op: Minotto. Louwman Exclusive is inmiddels aangesteld als officiële merkdealer. De allereerste en vooralsnog enige auto is in het bezit van Teijgeler zelf en blijft dat ook altijd. Die heeft een krachtige V12 in de neus, afkomstig uit een Ferrari 612 Scaglietti. De machtige krachtbron is goed voor ruim 580 pk, terwijl de auto zelf nog geen duizend kilo weegt.
Busso V6
En die combinatie was ‘net iets te gek’, zo vertelde Teijgeler vorig jaar aan Autovisie. Het plan was daarom om de daaropvolgende Minotto’s te leveren met een Busso V6, de legendarische motor van Alfa Romeo. Niet een volledig origineel exemplaar, maar een door Autodelta opgeboorde 3,8 liter. Met die motor zou de Minotto beter rijden en nog steeds heerlijk klinken. Want dat kun je wel aan zo’n Busso overlaten.
“Maar daar waren de potentiële klanten niet heel tevreden mee”, vertelt Teijgeler nu. “Zij zien gewoon het liefst een V12 in de auto, want dat maakt ‘m – onder andere – zo speciaal. Ons oog was ook al in een veel eerder stadium ook al gevallen op de prachtige Colombo V12’s van GTO Engineering in Londen. Dat vonden we eigenlijk de perfecte motor, maar voor de prijs van een exemplaar koop je ook een riante woning in Drenthe…”
Colombo V12
De Colombo V12 is namelijk een van de meest legendarische V12-motoren ooit gebouwd. De krachtbron werd ontworpen door Gioacchino Colombo en begon zijn leven in 1947 met een grootte van 1,5 liter. Aurelio Lampredi, de opvolger van Colombo, ontwikkelde namens Ferrari de krachtbron verder. De Italianen plaatsten deze onder andere in legendes als de 250S en 330 GT. De twaalfcilinder nam in 1988 afscheid als 5,0-liter in de Ferrari 412i.
Maar met die gewenste V12 in de neus werd ook de Minotto veel te duur, want want met Busso V6 bedroeg het prijskaartje van de auto al zo’n 250.000 euro. “Met de feedback van onze mogelijke klanten zijn we toch wat verder gaan kijken. En toen ontdekten we dat de auto met die V12 in een prijsklasse komt waar liefhebbers een heel ander budget hebben en op een heel andere manier over auto’s denken. Die willen dan gewoon een heel speciale auto, het allermooiste en beste wat er is. Dus hebben we besloten om tóch weer voor een V12 te gaan en de auto wat hoger te positioneren. Want dit is gewoon de perfecte combinatie, beter wordt het niet.”
Roelofs Engineering
Teijgeler klopt voor die motoren aan bij het Nederlandse Roelofs Engineering uit Rhede, een van dé Ferrari-specialisten van deze tijd. “Zij verzorgen niet alleen onderdelen voor Ferrari’s maar bouwen ook waanzinnig mooie Colombo V12’s”, vertelt Teijgeler. “De perfecte motor. En dan heb je niets te maken met gereviseerde motoren, maar met gloednieuwe twaalfcilinders.” Het exemplaar dat in de toekomstige Minotto’s komt te liggen, levert ongeveer 350 pk. “Roelofs levert ook krachtigere race-uitvoeringen, maar dit is ruim voldoende voor een auto die dan ongeveer 850 kilo weegt. Want deze motor is een stuk lichter dan die V12 uit de Scaglietti.” Bovendien past deze krachtbron perfect in het bestaande ontwerp van de Minotto, omdat de Colombo iets kleiner is dan de F113-motor uit de Scaglietti. “Dat is het voordeel als je het project begint met zo’n onbenullig groot motorblok”, grapt Teijgeler.
Fotografie: Sytse Dijkstra