Autovisie Nieuws 12 dec 2020, 11:03

Leestijd: 5 minuten

Na de EQC lanceert Mercedes-Benz de EQA en EQS 

Met het studiemodel EQS lichtte Mercedes-Benz op de IAA-autoshow in september 2019 al een tipje van de sluier op van zijn nieuwe bodemplaat voor elektrische modellen. Nu wordt de bodemsectie in productie genomen.

Het compleet nieuwe platform is louter voor de grotere modellen ontwikkeld. De kleinere types, gebaseerd op de A- en C-familie, staan voorlopig op aangepaste van de bestaande platformen. Er zijn zes nieuwe elektromodellen op beide bodemsecties gepland in een tijdsbestek van twee jaar. Dat is waaraan Mercedes-Benz momenteel in zijn kraamkamers werkt.

Bestaand platform

Het productoffensief start binnenkort, al introduceerde het merk onlangs al de EQV als elektrische MPV. Nog dit jaar neemt het concern de EQA, die volgende maand wordt onthuld, in productie. Voor 2021 staan in ieder geval de EQB en EQS op de agenda. De genoemde modellen staan op verschillende platformen. Met de EQA en EQB borduurt Mercedes zoals gezegd voort op de bodemplaat van de bestaande A-familie, waartoe ook de CLA, GLB en GLB behoren. Ook de EQV staat op een aangepaste variant van zijn bestelwagenstructuur. De EQC heeft eveneens een bestaand platform als basis.

Luxe en topsegment

De EQS is de eerste die een uitzondering gaat vormen op de huidige werkwijze. De technici van Mercedes-Benz hebben een compleet nieuw platform ontwikkeld, genaamd Electric Vehicle Architecture. Die wordt beschikbaar gesteld voor de ‘elektroauto’s in het luxe- en topsegment’, zo meldt de fabrikant. Om welke modellen het gaat? Het merk geeft aan: “De EQE en de SUV-varianten van de EQS en EQE.” Denk daarbij aan een elektrisch aangedreven equivalent van de GLE en GLS. Die modellen gaan overigens EQE SUV en EQS SUV heten.

Verschillende maatvoeringen

Het platform is zodanig ontwikkeld dat verschillende maten eenvoudig zijn te realiseren. De wielbasis en spoorbreedte zijn bijvoorbeeld aan te passen en ook andere systeemcomponenten, zoals het accupakket (met een capaciteit voor een actieradius van maximaal 700 km, maar dik 1000 km zit al in de pijplijn), zijn ontwikkeld volgens een modulaire constructie. De keuze beperkt zich vooralsnog tot een sedan en een SUV. Tijdens het uitwerken van de lay-out heeft het concern rekening gehouden met de productiemogelijkheden. Mercedes gaat de elektrotypes op dezelfde lijn en in dezelfde fabriek vervaardigen, waar ook de conventionele modellen het levenslicht zien. De EQS komt bijvoorbeeld uit dezelfde fabriek te rollen als de nieuwe S-Klasse, namelijk in het Zuid-Duitse Sindelfingen.

Ook kleinere types krijgen specifiek platform

Voor de compacte en middelgrote elektroversies gebruikt Mercedes vooralsnog de bestaande bodemplaten, aangepast aan het accupakket en de elektrotechniek. Een specifieke elektro-architectuur voor die kleinere modellen komt er echter wel. De Duitsers verwachten dit tot Mercedes Modular Architecture gedoopte platform in 2025 klaar te hebben. Vermoedelijk wacht de autobouwer op de ontwikkeling van nieuwe elektromotoren en batterijtechniek, waaraan het Research & Design Center van Mercedes zelf werkt. De fabrikant claimt voor die generatie een grotere actieradius en kortere laadtijden. Bovendien geeft het aan dat de kosten van die techniek lager zijn, wat deels te danken is aan kortere doorlooptijden in het nieuwe productieproces.

Focus op stekkerauto’s

Het productoffensief maakt deel uit van Mercedes’ Ambition 2039-project. Over twintig jaar wil de fabrikant een CO2-neutraal modelgamma aanbieden. Al in 2030 moet meer dan de helft van de jaarlijkse wereldwijde verkopen bestaan uit stekkerauto’s (inclusief plug-in hybrides). Vanwege die ontwikkeling zal Mercedes-Benz het modellengamma opnieuw vormen, aldus de autobouwer. Het merk herziet de komende jaren nagenoeg alle productlijnen, waarbij verschillende carrosserievarianten verdwijnen en nieuwe modellen verschijnen. Onder het label Maybach zal het aantal modellen verdubbelen. Naast de huidige S en GLS komen er volledig elektrische versies van de EQS en EQS SUV met Maybach-aankleding.

G krijgt status aparte

Maybach, AMG en EQ, het zijn de sublabels van Mercedes-Benz die binnen de onderneming al enkele jaren al duidelijk als zelfstandige merken zijn gepositioneerd. Daar komt er nu plotseling een bij, de G. Het management van de autobouwer gaat de G-familie verder uitbouwen. Niet langer is het een iconische off-roader die vanwege zijn hoge CO2-druk op de rest van het programma in gelimiteerde aantallen werd geleverd. De hoekige terreinbeul moet nu Mercedes helpen in verkoopvolume en winstgevendheid. De G wordt nota bene genoemd als een ‘versneller van het elektrificatieproces’. De EQG, mocht de elektrische terreinbeul zo gaan heten, komt naast de bestaande G-Klasse met onder andere AMG’s V8-aandrijflijn. De elektro-G krijgt in navolging van de EQS en diens SUV-broer de beschikking over het fonkelnieuwe platform voor grote modellen.

En AMG?

Dat elektrificatie ook voor Mercedes-AMG een deel van de toekomst is, mag duidelijk zijn. De fabrikant levert al hybridetechniek in zijn grote middenklassers, maar de volgende stap is de langverwachte plug-in hybride met een dik 800 pk sterke aandrijflijn. Deze ‘73’-lijn wordt niet de enige stekkerversie, want de volgende C63 krijgt een viercilinder met elektro-ondersteuning. De fabrikant koppelt de technologie aan zijn Formule 1-prestaties en -team, wat in 2021 meer benadrukt wordt. Niet alleen door de uitingen tijdens de races, ook door de lancering van de One, die als studiemodel alweer drie jaar terug is verschenen en afgelopen jaar in productie zou gaan.

Dalende investering in verbrandingsmotoren

Mercedes-Benz plant een sterke reductie van het aantal verbrandingsmotoren. Het Duitse merk verwacht over tien jaar zo’n 70% minder varianten van verbrandingsmotoren te leveren dan het nu doet. Op dat moment zullen geëlektrificeerde modellen ongeveer 50% van de wereldwijde afzet voor hun rekening nemen. Het concern schroeft nu al de ontwikkeling in verbrandingsmotoren drastisch terug.