Sjors ten Tije Nieuws 10 okt 2019, 22:00

Leestijd: 3 minuten

Nieuwe Toyota Mirai Concept is bloedmooie waterstofauto

Of personenauto’s in de toekomst op grote schaal gebruik gaan maken van waterstoftechnologie, is nog niet helemaal zeker. Toyota heeft de technologie al meer dan twintig jaar op de agenda staan en maakt liefhebbers van fraaie sportsedans nu lekker met de tweede generatie van hun waterstofauto: de Toyota Mirai. 

In 2014 presenteerde Toyota zijn eerste waterstofauto die in serieproductie ging: de Mirai. Die auto leek van buiten heel erg op een Prius en zag er toch een beetje vreemd uit. Precies het doel van die auto, want dat vreemde uiterlijk maakt duidelijk dat de Mirai voorzien is van ongebruikelijke, bijzondere techniek. Van de eerste generatie verkocht Toyota er wereldwijd 10.000. In het eerste halfjaar van 2019 werden er 39 nieuwe Mirais op Nederlands kenteken gezet, waarvan er 35 auto’s waren bestemd voor de gemeente Den Haag, die daarmee de eerste taxivloot op waterstof realiseerde. Verre van indrukwekkende cijfers, al is de auto met een prijs van bijna €81.000 dan ook geen koopje. Maar van de conceptversie van de nieuwe Toyota Mirai word je – ongeacht de prijs – ineens ontzettend hebberig.

Belemmering

Toyota presenteert de nieuwe Mirai tijdens een speciale tentoonstelling op de Tokyo Motor Show die op 24 oktober van start gaat, maar geeft ons nu alvast een voorproefje. Het merk wil met dit nieuwe model laten zien welke vooruitgang het heeft geboekt op het gebied van waterstoftechnologie. De nieuwe Mirai moet veel meer zijn dan een ‘eco-car’ en laat volgens het merk zien dat brandstofsceltechnologie, oftewel waterstoftechnologie, geen belemmering hoeft te zijn om een aantrekkelijke auto te bouwen. Want dat is precies wat Toyota ons voorschotelt. Waar de vorige Mirai nogal vreemd en druk oogde, doet deze nieuwe generatie aan een fraai gelijnde sportsedan denken.

“We streven het doel na een auto te maken die klanten het gevoel geeft dat ze er altijd in willen rijden”, zo laat Yoshikazu Tanaka, hoofdingenieur van de nieuwe Mirai, weten. “Mensen moeten de Mirai niet alleen willen kopen omdat hij op waterstof rijdt, maar ook omdat het een zeer aantrekkelijke auto is”. Dat is met dit conceptmodel aardig gelukt. Hij vertoont veel overeenkomsten met de huidige Toyota Crown, het topmodel voor de Aziatische markt. Ook zien we invloeden van Lexus en doet de neus sterk denken aan de Kia Stinger GT. Het gaat hier nog om een concept, maar ver van een productiemodel lijkt de auto niet af te staan. Of de fraaie 20-inch wielen dan ook te bestellen zijn, is wel de vraag.

TNGA-platform

De nieuwe Mirai verschijnt naar verwachting in 2020 in Japan, Noord-Amerika en Europa, Nederland moet wachten tot 2021. Exacte cijfers wil Toyota nog niet met ons delen, maar door verbeteringen in het waterstofsysteem en de toepassing van grotere waterstoftanks moet de actieradius van de nieuwe Mirai met zo’n 30% zijn gestegen. Het vorige model reed zo’n 500 kilometer op een volle tank. Ook de rijeigenschappen van de auto zijn volgens Toyota sterk verbeterd. De Mirai staat op het nieuwe modulaire TNGA-platform van het merk, gebouwd om het weggedrag van deze en alle andere Toyota’s te verbeteren. Achterwielaandrijving moet daar ook aan bijdragen.

We hebben het interieur van de nieuwe Mirai nog niet kunnen zien, maar we weten wel dat er een 12,3 inch scherm in het dashboard is verwerkt. Waar het huidige model ruimte biedt voor maar vier personen, is er in deze nieuwe versie plaats voor vijf man. Over de prijs van de nieuwe waterstofauto kan het merk ook nog niets zeggen.

Waterstofstations

Het is volgens Toyota nog te vroeg om te voorspellen of de Mirai een succes gaat zijn in Nederland. Een probleem voor dit soort auto’s is in ons land het gebrek aan waterstoftankstations. Momenteel kan er maar op drie plekken waterstof getankt worden: in Arnhem, Rhoon en Helmond. Shell wil dat aantal in 2020 verdubbelen door ook stations in Amsterdam, Den Haag en Pesse te openen. Ook in Utrecht, Groningen, Oosterhout, Roosendaal, Dordrecht en Breda moet op relatief korte termijn waterstof getankt kunnen worden. In Duitsland schieten de waterstofstations sneller uit de grond. Daar moet er binnen vijf jaar op zo’n 400 locaties kunnen worden getankt.