Onder de hamer: Bloedmooie Aston Martin DB4 GT Zagato

Over smaak valt niet te twisten? Natuurlijk wel! Autoliefhebbers kunnen avonden ruziën over wat nou de mooiste auto ooit is. En toch is er enige vorm van consensus, want dat deze Aston Martin DB4 GT Zagato een kanshebbers is voor de titel, is algemeen geaccepteerd.

Het exemplaar dat op 10 december in New York wordt geveild bij RM Auctions is nummer veertien uit een productiereeks van slechts negentien stuks. De zeldzame Aston Martin is gebouwd in 1961 en daarna verscheept naar zijn koper in Australië, de zakenman Laurie O’Neil. Hij gaf de Zagato over aan coureur Doug Whitehead, die er onder meer het South Pacific GT Championship mee won.

Na dertig jaar in Australië – waar de DB4 na O’Neil nog twee andere eigenaren had – werd de Aston Martin in 1993 naar Engeland gehaald. Hij onderging een uitgebreide restauratie bij de Britse specialist Richard Williams en bij Zagato in Italië en won daarna verschillende prijzen op onder meer het Pebble Beach Concours d’Elegance en het Villa d’Este Concorso d’Eleganza.

“Deze DB4 GT Zagato is nummer veertien van slechts negentien”

Aston Martin introduceerde de DB4 GT Zagato in 1960 op de London Motor Show. Het model leunde onderhuids grotendeels op de techniek van de DB4 GT, maar was door Zagato voorzien van een prachtige nieuwe lichtgewicht carrosserie. Oorspronkelijk zouden er vijfentwintig auto’s worden gebouwd, maar door de tegenvallende vraag bleef de productieteller steken op negentien.

De Zagato was 45 kg lichter dan de ‘gewone’ DB4 GT, onder meer doordat veel stalen onderdelen waren vervangen door aluminium componenten. Onder de motorkap huisde een 3,7 liter zes-in-lijn met ongeveer 314 pk. Daarmee kon de Aston Martin in ongeveer 6,1 seconden naar 60 mph (97km/h) sprinten. Zijn topsnelheid lag op ongeveer 246 km/h.

Aston Martin ontwikkelde de Zagato om deel te nemen aan het World Sports Car Championship. De DB4 GT Zagato moest het in de strijd om de titel opnemen tegen de Ferrari 250 GT en vecht nu nog steeds met zijn aartsrivaal, maar dan op het circuit van de wereldwijde autoveilingen. Naar verwachting levert deze DB4 zo’n 14 miljoen euro op. En de 250 GT? Die ‘doet’ ongeveer hetzelfde.