Onder de hamer: Rolls-Royce Phantom VI Cabriolet Frua

Wie door z’n wimpers naar de neus van deze Rolls-Royce Phantom VI Cabriolet kijkt, ziet designelementen van Lady Penelope’s FAB 1 uit de animatieserie Thunderbirds. Zou ontwerper Pietro Frua daar soms zijn inspiratie vandaan hebben gehaald?

Ongetwijfeld niet, maar de overeenkomsten zijn niet te ontkennen: de voorover hellende neus, de monumentaal hoge grille en de brede, rechthoekige koplampen. Mooi? Lelijk? Wie zal het zeggen. Feit is in ieder geval dat deze Phantom VI Cabriolet een unieke auto is. Pietro Frua ontwierp weliswaar nog een Phantom VI, maar dat was een rode vierdeurs cabriolet. Deze zachtgroene tweedeurs is dus de enige in zijn soort.

De opdracht voor de bouw van de Rolls-Royce kwam in 1971 van Simon van Kempen, de consul van Zwitserland en Monaco. Het rollende chassis kocht hij voor net geen 6800 pond, een enorm bedrag destijds, en liet hij afleveren bij de Garage de’l Athenee in Genève. Daar zou de Phantom VI in twee jaar worden opgebouwd. Het proces ging moeizaam, door onder meer de taalbarrière tussen de Italiaan Frua en de Britten van Rolls-Royce.

“Deze zachtgroene tweedeurs Phantom VI Cabriolet is de enige in zijn soort”

Daarbij hadden de Italianen, gewend aan het metrisch stelsel, moeite met de chassismaatvoering in inches en bleek Van Kempen halverwege de bouw de neus opeens anders te willen. De grille, die in het oorspronkelijke ontwerp rechtop stond, moest naar voren leunen, vond hij. Dus zag Frua zich genoodzaakt het hele design van de voorzijde op de schop te gooien. De tijd begon zo te dringen dat een deel van een onderdelen maar gewoon van Mercedes-Benz werd gepakt.

Van Kempen werd de vertragingen – die hij deels had veroorzaakt – op een gegeven moment zo zat, dat hij dreigde de auto te weigeren. Gelukkig gebeurde dat niet en nam hij in 1973 eindelijk de sleutels van zijn Phantom VI Cabriolet Frua in ontvangst. Van Kempen was ontzettend blij met het eindresultaat en zou de Rolls-Royce tot en met 1997 intensief gebruiken. Daarna heeft de imposante ‘Roller’ nog twee andere eigenaren gehad.

De immense wagen gaat op 26 september in Ebeltoft, Denemarken, onder de hamer bij Bonhams als onderdeel van de Frederiksen Collectie. De Phantom VI – met een 6,2 liter V8, trommelremmen rondom en een viertraps automaat – moet tussen de 270.000 en 350.000 euro opleveren.