Snel Spel: GT Legends (2005)
Moderne circuits, maar wel klassieke auto’s. In GT Legends ga je aan de slag met Lotus Cortina’s, Mini Coopers en Ford Falcons in het FIA Historic Racing Championship.
Glijden
Het Zweedse SimBin Studios bracht in 2005 twee spellen uit: GTR: FIA GT Racing Game en GT Legends. De twee spellen leken grafisch enorm op elkaar, maar waar je in GTR met de nieuwste modellen de baan op kon, draaide het in GT Legends alleen maar om klassiekerraces. Geen downforce, brede banden en tractiecontrole, maar glijdend de bocht door.
Indrukwekkend wagenpark
Vooral indrukwekkend waren de motorgeluiden. Waar veel games destijds nog vrij generieke geluiden gebruikten, had SimBin er duidelijk veel energie in gestoken om het wagenpark van GT Legends goed te laten klinken. In totaal kon je racen met dertig verschillende auto’s, waaronder de Alfa Romeo GTA, BMW 3.0 CSL, Austin Mini Cooper S, Jaguar MK II, Lotus Cortina en Ferrari 275 GTB/C. Dat wagenpark kon je vervolgens uitlaten op elf verschillende circuits, maar daarvoor moest je wel de carrièremodus doorlopen. Niet alle auto’s en circuits waren vanaf het begin beschikbaar, maar moesten ontgrendeld worden door races te winnen of punten te verdienen. Rustig opbouwen, was het devies.
Moeilijk
Zo begon je als beginnend coureur in een Austin Mini Cooper S. De moeilijkheidsgraad was volledig in te stellen, maar eigenlijk was GT Legends altijd uitdagend. Zette je alle hulpsystemen uit, dan moest je serieus aan de slag en bovendien ook zelf fatsoenlijk koppelen. Zo was de start – zeker online – niet altijd even soepel. Zette je de computergestuurde concurrentie op ‘moeilijk’, dan vergde het serieus stuurwerk om ze voor te blijven.
Geen succes
Ondanks lovende reviews werd GT Legends commercieel geen groot succes. Het spel bleek een te kleine doelgroep aan te spreken. Voor de liefhebbers was het echter lange tijd een van de beste games die je kon krijgen.