Stellantis twijfelt aan EV en overweegt waterstof-verbrandingsmotor
Stellantis-topman Carlos Tavares twijfelt openlijk aan een toekomst met louter batterij-elektrische auto’s. De CEO meent dat de Europese Commissie bestuurders met ‘wrede methodes’ de EV in probeert te krijgen. Volgens hem zijn er meer opties om emissievrij te rijden. Onder andere met een waterstof-verbrandingsmotor.
Dit zei de Stellantis-baas recent bij de opening brandstofcelfabriek in Lyon. Het concern heeft een flink aantal automerken onder zich (onder meer Citroën, Peugeot, Opel, Jeep en Fiat). De auto’s van deze merken huisvesten voornamelijk verbrandingsmotoren onder de kap die hun energie putten uit fossiele brandstoffen. Tavares wil onderzoeken of deze op den duur kunnen worden omgebouwd naar waterstof-verbrandingsmotoren.
Alternatieven voor de batterij-elektrische auto
Opvallend, aangezien de transitie naar BEV’s haast niet meer te stoppen lijkt. Zo is bijna elke autofabrikant (waaronder Stellantis) druk bezig met het op de markt brengen van EV-modellen. Er rijden nu ongeveer 430.000 volledig elektrische auto’s in Nederland, tegenover iets meer dan 600 waterstofauto’s.
De bedoeling is dan ook niet om de beweging richting batterij-elektrische auto’s te stoppen, maar om een alternatief te bieden. “BEV’s zijn nog altijd een stuk duurder dan auto’s met een verbrandingsmotor en daarom voor de meeste mensen onbetaalbaar”, stelt de Stellantis-topman Tavares.
Drie EV-alternatieven
Volgens hem zijn er in totaal vier opties om emissievrij te rijden. “De concurrentiestrijd tussen brandstofcel, BEV’s, waterstof-verbrandingsmotoren en zelfs verbrandingsmotoren die lopen op synthetische brandstoffen begint. In de komende jaren zullen we zien wat de beste oplossing is voor burgers.”
Stellantis is niet de enige autobouwer die zich ook met waterstofauto’s bezighoudt. Zo heeft Toyota de Mirai in zijn gamma en Hyundai biedt de Nexo aan. Ook BMW experimenteert op kleine schaal met deze aandrijfvorm, maar heeft geen waterstofauto in productie. Deze modellen gebruiken echter allemaal een brandstofcel en elektromotor, en rijden daarmee als een elektrische auto. Het nadeel hiervan is dat vrij volumineuze waterstoftanks in de auto moeten worden geplaatst, om het gas veilig in op te slaan.
Waterstof-verbrandingsmotor
Bij de methode die Stellantis wil onderzoeken zit dan anders. Daarbij tank je vloeibare waterstof. In dezelfde ruimte kun je 75 procent meer vloeibare waterstof kwijt dan de gasvorm die op 700 bar getankt wordt. Het potentiële gevaar van deze hogedruktanks ontneem je eveneens door vloeibare waterstof te gebruiken. Onderweg naar de cilinders wordt de vloeibare waterstof omgezet in gasvorm, waarna het proces grotendeels hetzelfde is als bij traditionele verbrandingsmotoren.
In theorie klinkt het prachtig, in de praktijk blijkt het lastig. Het grootste nadeel is dat vloeibare waterstof op -253 graden Celsius bewaard moet blijven. Daarboven begint het te koken en verdampt je brandstof. Maar er is volgens Toyota, dat ook proeven doet met waterstof-verbrandingsmotoren, nog een probleem: de brandstofpomp. Deze pomp wordt in de waterstoftank geplaatst, waar het materiaal van de pomp door de extreme kou vervormt. Daarnaast zijn auto’s die op vloeibare waterstof rijden over het algemeen zwaarder dan varianten op gasvorm. Allemaal problemen die zelfs de knapste koppen kopzorgen geven. Het is maar zeer de vraag of Stellantis hier oplossingen voor weet te vinden.