Meer verkeersongevallen met slachtoffers in 2022
Het afgelopen jaar zijn er meer verkeersongevallen met slachtoffers geweest dan eerdere jaren. Niet alleen coronajaren 2020 en 2021 waren er minder slachtoffers. Ook stijgt 2022 qua slachtoffers boven 2019 uit.
Deze conclusie trekt Paul Broer, portefeuillehouder Verkeer van de Nationale Politie, in De Telegraaf. De cijfers liegen er niet om en zijn waarschijnlijk zelfs hoger dan nu aangegeven.
Meer verkeersongevallen met slachtoffers
Volgens de voorlopige cijfers zijn er in 2022 578 verkeersongevallen geweest met minstens één dodelijk slachtoffer (het precieze aantal verkeersdoden is nog niet bekend). Het aantal verkeersongevallen met minimaal één gewonde ligt op 21.457. In 2019 zijn er in totaal 21.400 mensen gewond geraakt door verkeersongevallen.
“Er zijn natuurlijk dit jaar meer verkeersongelukken ten opzichte van coronajaren 2020 en 2021, toen waren er minder ongelukken omdat er minder verkeer op de weg was. Maar ook vergeleken met 2019 zijn er meer verkeersslachtoffers. Dat is een zorgelijke trend”, aldus Broer. In 2019 vielen 661 verkeersdoden. In 2020 en 2021 waren dat er 610 en 582.
Meer ongelukken in avonduren
De cijfers van verkeersongevallen zijn nog niet compleet, maar de politie kan nu al iets zeggen over de negatieve cijfers. Zo zouden er de afgelopen jaren meer ongelukken zijn met elektrische fietsen. Hier zijn met name ouderen bij betrokken. Verder waren er in 2022 meer ongelukken in de avonduren dan in de ochtend. Te hard rijden, bellen achter het stuur en rijden onder invloed van drank en drugs staan nog altijd in de top 5 van oorzaken van verkeersongelukken.
Dit is hoeveel benzine, diesel en elektrische auto er daadwerkelijk in Nederland zijn
Broer doet een oproep aan gemeenten en provincies om goed te kijken naar de verkeersveiligheid. “Bijvoorbeeld als het gaat om verlichting van lokale wegen. Maar ook als het gaat om fietspaden.”
Exacte cijfers verkeersongevallen met slachtoffers 2022 nog niet bekend
Het exacte aantal verkeersdoden en gewonden wordt in het voorjaar bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).