Vijf redenen waarom je (niet) een coupé-SUV moet kopen
Ze zijn helemaal heet: coupé-SUV’s. Van vrijwel elk hoogpotig model verschijnt wel een coupé-achtige variant. Maar waarom moet je nu (niet) voor zo’n carrosserievariant gaan? We geven je vijf redenen.
BMW leek in 2008 gek geworden met de introductie van de X6, de eerste coupé-SUV ter wereld. Overigens niet helemaal, omdat de Ssang-Yong Actyon ook een aflopende, coupé-achtige daklijn had, maar het was wel de eerste auto die de carrosseriestijl echt op de kaart zette. Mercedes-Benz volgde redelijk snel, maar daarna waren fabrikanten even wat afwachtend. Tot een aantal jaar geleden, want de coupé-SUV is nu helemaal hot. Waarom moet je (niet) zo’n type auto kopen?
Plus: je doet mee met de laatste trends
Wil je altijd het nieuwste van het nieuwste? En wil je op feestjes kunnen vertellen dat jij een auto hebt die volgens de laatste trends is ontwikkeld? Dan is nu het moment om zo’n coupé-achtige SUV aan te schaffen, want we kunnen na diverse introducties dit jaar wel stellen dat het dé carrosserievariant van het moment is. Deze week gingen we zelfs met twee hoogpotige coupés op pad: de Volkswagen ID.5 GTX en Volvo C40.
Min: ook veel afkeer
Maar het concept roept ook al enige tijd een vorm van walging op. De liefhebber zat al niet echt op SUV’s te wachten, en om ze er dan ook nog als een coupé uit te laten zien, gaat voor veel mensen een stap te ver. De coupé-SUV staat voor velen een beetje symbool voor de krankzinnige SUV-hype die de laatste jaren is ontstaan. Het laat autofabrikanten overigens koud, want het gros van de mensen lijkt er momenteel toch wat in te zien.
Plus: betere stroomlijn
Een coupé-achtige vorm heeft een positieve invloed op de luchtweerstand. Anders gezegd: een auto met aflopende daklijn is vaak aerodynamischer. En als een auto minder weerstand van de lucht ondervindt, is-ie zuiniger op hoge snelheid. Dat komt met name goed uit bij elektrische auto’s, want de coupé-varianten van bijvoorbeeld de Audi E-tron of Volkswagen ID.4 komen simpelgezegd wat verder op een lading stroom. Het zijn geen enorme verschillen, maar ze bestaan wel. Wil je de zuinigste versie die ‘t verst komt op een lading stroom, dan is zo’n coupé-SUV de versie om voor te gaan.
Min: het concept klopt niet
Wie een sportieve auto wil, moet lekker in een échte coupé gaan rijden. In ieder geval in een lage auto met een laag zwaartepunt. Want ook een coupé-SUV blijft een hoge en vaak zware auto, die gewoon niet zo sportief aanvoelt als een – inmiddels bijna ouderwetse – coupé. Er zijn uitzonderingen als de Porsche Cayenne Turbo GT of Lamborghini Urus. Maar reguliere coupé-SUV’s als de Renault Arkana of de deze week aangekondigde Volkswagen Taigo zijn verre van sportief, terwijl ze dat met hun design wel heel erg proberen te zijn.
Min: minder hoofdruimte
Een heel evident probleem van een coupé-SUV ten opzichte van een reguliere versie, is de ruimte achterin. Niet alleen is het bagagecompartiment vaak kleiner, ook op de tweede zitrij is er meestal minder hoofdruimte dan in een normale SUV. Zit je vaak met volwassenen achterin, dan is zo’n coupé-SUV gewoon niet al te praktisch.