Waarom de stijgende energiekosten voor meer files zullen zorgen
Het is de laatste maanden flink druk op de snelwegen en dat wordt alleen maar erger. Waarom? Omdat thuiswerkende Nederlanders naar kantoor vluchten om aan de stijgende energiekosten te ontkomen. Het is oktober, het wordt langzaam kouder en donkerder, dus moet de verwarming en de verlichting aan. En dat is een dure grap tegenwoordig.
Bijna de helft van de thuiswerkende werknemers (46 procent) geeft aan dat de stijgende energiekosten een reden zijn om weer vaker naar kantoor te gaan. Dat blijkt uit een onderzoek onder 2000 werknemers in opdracht van Anders Reizen. Werknemers willen terug naar kantoor omdat ze op die manier kunnen besparen op de energierekening. Nou zijn de brandstofprijzen nog steeds erg hoog, maar de grootste pijn zit hem bij veel huishoudens in de kosten voor elektriciteit en gas. Bijna 1 op de 6 werknemers zegt op beide te moeten besparen: energie en benzine of diesel.
Niet alleen energiekosten lokken mensen weer naar kantoor
Overigens zijn het niet alleen de hogere kosten die tot meer werken op kantoor leiden. De werknemers die dat in de laatste zes maanden meer zijn gaan doen, geven als belangrijke reden op dat de baas het wil. Aan de ene kant begrijpelijk, je wilt elkaar toch regelmatig in het echt zien / spreken, maar aan de andere kant: heeft die baas dan niets geleerd van de coronatijd? Werknemers en werkgevers blijken ook nauwelijks met elkaar te praten over de hoge brandstofkosten en stijgende energieprijzen. Minder dan de helft doet dat.
Prijsplafond maakt de zorgen er niet minder om
Er zit een kleine open deur in het onderzoek van Anders Reizen. Zo zou 68 procent van de sociale huurders zich zorgen maken over de energierekening en ‘slechts’ 58 procent van de kopers en 55 procent van de huurders in de vrije sector. Logisch natuurlijk, want over het algemeen hebben mensen met een sociale huurwoning minder te besteden. Het nieuws over het prijsplafond dat op Prinsjesdag werd afgekondigd, maken de zorgen er bij 43 procent van de respondenten niet minder om.