Jaco Bijlsma Reportage 23 mei 2021, 15:00

Leestijd: 3 minuten

Milieu-monsters: reusachtige hybrides met sportauto prestaties

Fotografie: Martijn Bravenboer

Deze Ford Explorer en Toyota Highlander hybrides zijn zo reusachtig als windmolens en bijna net zo controversieel. Met milieumotieven als munitie veroveren ze terrein. Maar het blijken soms ook kanonnen. Want, niet te geloven, maar de meetapparatuur die aan de zijruit van de dik vijf meter lange en bijna 2,5 ton wegende familiekoets is geplakt, laat het toch echt zien: 0-100 km/h in 5,6 seconden. Dat de tijden veranderen is een understatement, ik weet het. Maar als ik terugkijk op een paar decennia auto’s testen, gaat het de laatste tijd wel erg hard. Milieu mag dan meer dan ooit het focuswoord zijn, het EV of PHEV-vaccin heeft ook steeds vaker aangename bijwerkingen. 

Stekkerolifant

Deze blauwe stekker-olifant sprint als een jachtluipaard moeiteloos binnen de opgegeven zes tellen naar 100 km/h. Dat doet de Ford Explorer dankzij een plug-in hybride aandrijflijn die maar liefst 456 pk en 825 Nm genereert. Een krachtcentrale die als hoofdcomponent een 3,0–liter V6–twinturbo met 350 pk heeft. Maar hoe leuk is dat? Of heb je meer aan de Highlander, een echte Toyota die eruitziet als zo’n onoverwinnelijke Landcruiser bovendien? Welke is de beste van deze hybrides?

Toyota kiest voor techniek waarmee het de meeste ervaring heeft sinds de eerste Prius: ook deze Highlander is een parallelle hybride met als hoofdbestanddeel een benzine–viercilinder met een motorinhoud van 2,5 liter. De Highlander laat zich door zijn CVT bij vol gas minstens zo goed horen, maar het geluid is meer gegier dan gebrul. Ook hij is vlot voor zo’n grote jongen, want de meetapparatuur wijst uit dat hij sneller is dan zijn baasje belooft: een tiende slechts, maar 8,1 seconden is hoe dan ook een goede score voor een auto die vooral gericht is op zuinig groepsvervoer. 

Boekhouder blij met deze hybrides

Ook je boekhouder is kun je geruststellen want het zijn geen peperdure premium SUV’s. Terwijl een Toyota Landcruiser minimaal een ton investering vraagt, kun je deze Highlander al voor een kleine 60k aan je vloot toevoegen. Dat is zelfs nog aanzienlijk goedkoper dan de Ford Explorer, want die heeft een vanafprijs van 78 mille. Relatief betaalbare reuzen dus, als je kijkt naar de grootste modellen van de andere merken, vooral ook als we naar de kubieke meters inhoud kijken en een derde zitrij eisen.

Enorme echoput

Voor beide hybrides geldt dat ze een zeer ruim en praktisch interieur hebben. Als je de derde zitrij platgooit, wat bij zowel de Ford als de Toyota eenvoudig gaat, creëer je een enorme echoput van een bagageruim, waar de hele familie van alles in kwijt kan. Bij de 5,04 meter lange Ford kan er met alles plat 2274 liter mee. Zijn alle banken in gebruik, dan gaat er altijd nog 330 liter mee. Bij de Toyota is dat 332 liter en maximaal 1909 liter. Heb je de achterste bank niet nodig, dan kan er maar liefst 865 liter in de Highlander. De Explorer overtreft dat, want daar kun je dan 1137 liter in kwijt.  

Familievertier

Neem na de aankoop van deze hybrides de folder mee, kopieer en plastificeer de uitrustingslijst en deel die uit aan je passagiers. Laat iedereen vervolgens alle voorzieningen zoeken. Dat is een spelletje dat gegarandeerd een uurtje familievertier oplevert. Dit zijn namelijk auto’s die rijk gevuld zijn. Bij Ford doen ze helemaal niet moeilijk, maar vinden ze dat bij zo’n auto de meest royale uitrusting hoort.  Bij de Highlander moet je wel een meerkeuzespel doen voor je op pad kunt, want bij de uitrustingen is er een Style, Executive en een Premium. Bovendien is er nog een aparte prijslijst voor de Business-modellen, en die hebben we nodig omdat onze testauto een Business Plus-model is.

Het hele verhaal?

Wil je alle meetgegevens weten, en lezen wat of deze reuzen benzineslurpers of juist zuinig zijn? Koop dan Autovisie magazine of abonneer je.