Straatgevecht: Ford Puma ST versus Mini Countryman
Zoek je een echt een sportief sturende auto en is een hot hatch te hardcore omdat je af en toe ook met je familie op pad moet? Dan is een date met de Puma ST of de Mini Countryman Cooper S misschien wel de perfect match. De Ford Puma ST is de nieuwkomer van de twee en daarom de uitdager in dit straatgevecht. De Mini Countryman is al langer een vaste waarde in het vlotte compacte cross-over segment. We gingen met ze op pad voor een uitgebreide reportage in Autovisie-magazine. Met als hoofdvraag: welke is de leukste stuurmansauto?
Foto’s: Martijn Bravenboer
ST of Cooper?
Als je het ST-label kent, ben je waarschijnlijk autoliefhebber of Ford-veteraan. Een Puma ST piloot krijgt daarom minder applaus dan een Cooper-rijder. Want net als Mini is Cooper inmiddels een sportief modemerk dat iedereen kent. Dat er aan Cooper nog een S is toegevoegd en dat er nog een superieure John Cooper Works op de prijslijst staat, danken we meer aan geniale marketeers dan aan recente autosportprestaties. De eerste Coopers daarentegen schreven wel degelijk heel vet autosporthistorie.
Goede basis
Bij Ford kenden ze in die tijden (jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw) nog meer sportlabels, zoals Mexico, Sport en RS. Maar er is een rode, pardon, blauwe draad. In de Ford-geschiedenis zijn autosport en sportieve rijeigenschappen altijd belangrijk geweest. Fords met de onderscheiding RS en later ST stuurden altijd goed. Sterker nog: zelfs de basis-Fords, gewone Focussen en Fiesta’s, stuurden al fijner dan de middelmaat in hun segment. De ST stak daar bovenuit en deed niet onder voor de GTI’s van Volkswagen. Mini verzilverde niet alleen heel knap zijn cultstatus, maar wist zelfs in grote Mini’s als deze Countryman min of meer het kartgevoel van het origineel in stand te houden. Insturen gaat rapper, en de onderstelafstemming is zo dat het antwoord op de stuurvraag altijd direct is.
Sweet chili
De Puma is als compacte cross-over al even op de markt maar nu voor het eerst door Ford Performance bewapend met ST-munitie. ST is bij Ford de sweet chilisaus waarmee toch al smakelijke auto’s gegarandeerd nog lekkerder worden, zonder dat ze op de menukaart gemarkeerd moeten worden met vijf pepers. Maar zo’n ST moet je zeker serieus nemen, weten we allang sinds menig Focus en Fiesta. Die haalden op een gegeven moment een niveau dat langer geleden alleen aan de fameuze RS-modellen voorbehouden was. ST’s zijn dus geen flauwe marketingmachientjes, maar auto’s die serieus zijn aangepakt. Meer betaalbare ST-Line versies zijn er ook, maar die beperken zich grotendeels tot badges, wielen en wat interieuraccenten en vaak zijn ze ietsiepietsie verlaagd. Deze Puma is dus, zoals het een ST betaamt, écht sportiever gemaakt. De motor kennen we al, want het is de dappere driepitter die met behulp van een turbo 200 pk en 320 Nm uit 1,5 liter weet te pompen.
Het prijzenspel
Wie daar een matching Countryman bij probeert te vinden, komt het dichtste in de buurt met een Cooper S. Die heeft een tweeliter viercilinder met 178 pk. Een John Cooper Works is te duur (dik 61 mille) en te sterk met 306 pk. De Puma ST is er vanaf 41.515 euro, maar met een Performance-pack dat een heus sperdifferentieel, launch control en shiftlights omvat, een Safety-pack, een elektrische en keyless achterklep en volledige ledverlichting komt ons testexemplaar op 45.280 euro. Een Cooper S kost minimaal 43.513 euro en met automaat zoals deze testauto heeft, wordt het 44.789 euro. Met alle opties op deze testauto’s – en dat is een belangrijk onderdeel van het grote Mini-spel – kost hij maar liefst 60.198,46 euro. Voor dat geld zouden wij een standaard JCW halen. Het is duidelijk, vanaf de start positioneert de Mini zich als een premium ding met een 2000 euro duurdere vanafprijs, terwijl hij 22 pk minder heeft.
Familieauto én serieuze GTI
Tijd om te sturen. En dan blijkt dat de Puma ST van meet af aan sportiever aanvoelt. Dat voel je door zijn besturing, die om het grote publiek te dienen wel wat te sterk bekrachtigd is, maar ook precies en communicatief. De driecilinder laat zich in alle rijstanden eveneens als sportief gelden. Je hoort hem lekker roffelen en hij hangt bij alle toerentallen goed aan het gas. Als je het rechterpedaal vloert op zoek naar het hoogste bod van die 200 pk, dan is de versnelling behoorlijk direct en indrukwekkend. En niet alleen in rechte lijn is de ST snel, elke bocht is een mooi samenspel tussen jou en de techniek. Deze familieauto is een heel capabele vechter met de rijeigenschappen van een serieuze GTI. De Mini haalt zo makkelijk en competent dezelfde snelheden, dat diezelfde bochten ineens een stuk makkelijker lijken en daardoor minder sensationeel. En dat is knap, heel erg knap.
Wil je het hele verhaal met alle technische details en meetgegevens lezen? Koop dan Autovisie magazine of abonneer je!
Lees ook:
Ook interessant
-
Jeffrey Spalburg: ‘Cabaretiers, de snelle jongens van het theater’
-
Rijden met een Facel Vega: een verleider
-
BMW M4 CS vs. Ford Mustang Dark Horse: welke is de beste?
-
We reden de Bruce McLaren-route in een GTS
-
‘Het is simpel: Volkswagen Golf is de meest complete in zijn klasse’
-
BMW M5 Touring (E34) vs. BMW i5 Touring: terug naar het begin station
-
Autovisie Garage: partycrashen met onze Nissan Skyline
-
Italtecnica: ‘De verbrandingsmotor heeft veelbelovende toekomst’
-
CEO Citroën: ‘We moeten de strijd op eigen kracht winnen’
-
Microlino en Rolls-Royce Spectre: muis tegen de olifant
-
Erik Comas: ‘Ayrton Senna heeft mijn leven gered’
-
Rise and shine: op pad met vijf unieke, verhoogde auto’s