Pocket rockets: 9 exotische betaalbare supercars uit de jaren 70
Als je in de jaren 70 op zoek was naar een betaalbare supercar, dan kon je je centen stukslaan op een Lombardi Grand Prix of Lotus Europa. Of op een Opel GT of Honda S800 bijvoorbeeld. Maar zocht je een echt exotisch alternatief, dan was de keuze ineens helemaal niet zo groot. We hebben een aantal meer of minder obscure tijdgenoten met vergelijkbare insteek bij elkaar gezocht…
- Dit artikel komt uit het Autovisie archief van 2018. Prijzen, vergelijkingen en andere informatie kunnen ondertussen achterhaald zijn
- Tekst: Jaco Bijlsma
- Fotografie: Autovisie / PR
Alpine A110
U zocht een compacte, lichtgewicht sportwagen met Renault-motor en geschikt voor competitie? De Lotus Europa vinkte alle vakjes aan, maar voor de hand liggender was de Alpine A110. Van 1961 tot 1977 gebouwd rond een ruggengraatchassis, een glasvezel carrosserie en een bak onderdelen uit de Renault-schappen. Tikje mainstream misschien, maar in werkelijkheid een briljante poor mans Porsche. Ontelbare successen op rallyparcours en circuits spreken boekdelen.
ÚMV / Skoda 1100 GT
Wedden dat u deze nog niet kende? Een losjes op de Saab Sonett gebaseerde sportwagen uit Tsjecho-Slowakije met rasechte supercarlooks, en (in tegenstelling tot de Saab) achterin geplaatste Skoda motor met 75 pk. Eerlijk is eerlijk, deze was eigenlijk niet te koop, ondanks dat hij nagenoeg serierijp was. Blijkbaar is productie stukgelopen op de ijzeren Oostblok-bureaucratie. Er zijn ooit zeven exemplaren geproduceerd, dus als u heel goed zoekt…
Moretti 850 Sportiva
Lombardi was zeker niet de enige Italiaanse carrozzeria die met de techniek van de nederige Fiat 850 aan de slag ging. Onder andere Vignale, Michelotti, Allemano, en zelfs Zagato bouwden fraaie varianten. Misschien wel het mooiste ontwerp kwam van Moretti, zij boetseerden dit beeldschone coupeetje, met meer dan een
hint naar de Ferrari Dino. En helaas ook hier beloofde het uiterlijk meer snelheid dan de 47 paarden achterin waar konden maken.
Matra 530
Matra kon je eigenlijk wel een beetje zien als Franse tegenhanger van Lotus, het was net zo’n techneutenmerk. De opvolger van de Matra Djet werd deze 530, een tamelijk bizar ogende 2+2 coupé met in het midden geplaatste Ford V4 en uitneembare dakpanelen. Het ontwerp kon alleen maar uit Frankrijk komen, het leek wel een kruising tussen een Citroën DS en de R.530 raket van Matra en waar de naam van geleend werd.
Toyota Sports 800
Briljant idee van Porsche, zo’n uitneembaar dakpaneel in je sport- wagen. Laat Toyota dat nou net een jaartje eerder hebben bedacht voor de piepkleine Sports 800. Waarschijnlijk zodat de incidentele westerling die er een kocht er ook in kon rijden. Het tweecilinder boxertje leverde slechts 45 pk, maar met een gewicht van 590 kilo kon je er toch maar mooi 160 km/h uit wringen.
Melkus RS
De winst voor beste supercarlooks in deze categorie (inclusief vleugeldeu- ren!) gaat naar Melkus. Ook uit het Oostblok, specifieker gezegd de DDR en vanwege de aldaar beschikbare techniek voorzien van een walmende tweetakt Wartburg-driepitter. Die voor de gelegenheid wel zo’n 70 pk ophoestte. Er zijn exemplaren bekend met een Moskvitch of zelfs BMW-motor. Je kon de Melkus alleen kopen als je een ‘bewijs van raceactiviteit’ kon overhandigen (en een trouw partijlid was). Tussen 1969 en 1979 zijn er 101 gebouwd/geïmproviseerd, daarvan is een exemplaar indertijd geëxpor- teerd naar West-Duitsland. Nu een gezocht collectors item.
Saab Sonett
Saabs ietwat vruchteloze poging om voet aan de grond te krijgen in de lucratieve Amerikaanse markt voor kleine (Europese) sportwagens. De eerste zes Sonetts (nu zeer gezocht) waren roadsters. Vanaf 1966 op de markt als voorwielaangedreven coupé met tweetaktmotor, die al snel vervangen werd door een nauwelijks sterkere Ford V4. De oliecrisis maakte een eind aan deze sympathieke Saab. Vooral de derde versie (foto links) heeft met zijn lange neus, afgehakte kont en klapkoplampen een hoog droomautogehalte.
ASA 1000 GT
Een mini-supercar met echte supercar roots! Geïnitieerd door Enzo Ferrari, ontworpen door Bertone. Chassis gebaseerd op het buizenframe van de 250 GTO, ontwikkeld door Bizzarini en voorzien van een stukje van Ferrari’s legendarische Colombo V12, een 1092 cm3 grote vierpitter met 91 pk. Volkomen onbegrepen door de doelgroep, die liever meer geld uitgaf aan een Ferrari waar ook Ferrari op stond… Uiteindelijk nog geen 100 stuks gebouwd, tegenwoordig zeer gewild bij verzamelaars.
Puma GTE
Prachtig geproportioneerde Italiaans ogende sportwagen uit… Brazilië. Helaas geen V12 onder de kap, maar een pruttelende Volkswagen-boxer achterin en ondersteltechniek van hetzelfde merk. Ook geleverd als de vergelijkbaar fraaie GTS cabriolet en geëxporteerd naar de Verenigde Staten en Europa. De kans dat je er een tegenkomt in Nederland is klein, maar aanwezig.