Noah Korevaar Uit het archief 18 jun 2020, 11:06

Leestijd: 5 minuten

Mick ruilde zijn Porsche 911 in voor een Alpine en wil nooit meer terug

Mick Santifort heeft een Cobra replica, een Porsche 911 en een Lotus Elise gereden en vindt het beste van al deze auto’s terug in zijn huidige klassieker, de Renault Alpine.

• Dit artikel komt uit het Autovisie archief van 2018. Prijzen, vergelijkingen en andere informatie kunnen ondertussen achterhaald zijn
• Tekst en fotografie: Arno Lingerak
• Dit artikel lezen in de originele magazine-opmaak? Klik hier voor de PDF

Perfecte mix

Dit is de allerlaatste origineel in Nederland geleverde Alpine van de tweede serie. Hij is gebouwd in 1984, maar het kenteken is van februari 1985. De eerste eigenares was directeur van een grote reisorganisatie. Haar A310 was bij een aanrijding betrokken en ze wilde per se een nieuwe hebben van dit type.

En dat terwijl de nieuwe V6 GT al in de showroom stond. Renault Nederland is toen gaan zoeken naar een onverkocht exemplaar en vond deze auto in Zwitserland. Die is vervolgens teruggegaan naar Alpine in Dieppe en daar is alles omgezet naar Nederlandse specificaties. Alleen het chassisnummer verraadt nu nog dat het eigenlijk een Zwitserse auto is.

Wij gingen in mijn jeugd op vakantie naar Spanje met een Simca 1000 Rallye en natuurlijk kwamen we stil te staan in Zuid-Frankrijk, de motor werd te heet. Toen kwamen we bij een garage terecht waar een gele Alpine stond, dáár moet het ontstaan zijn.

Renault Alpine A310

In de Alpine-wereld is de A110 dé auto, maar voor mij is dit hem. Het model is al uit 1971, dat moet me een auto geweest zijn toen. Mijn eerste auto was een Cobra-replica, daar heb ik twaalf jaar in gereden. Daarna hebben er verschillende 911’s en bijvoorbeeld ook nog een Lotus Elise op het pad gestaan. Toen ik mijn laatste Porsche goed kon verkopen ben ik een A310 gaan zoeken, toch mijn jongensdroom. Mensen snappen niet dat ik een relatief moderne 911 verkocht heb voor een ‘oude’ Renault.

Maar zo’n Porsche is wel erg perfect. Als ik met de Elise boodschappen ging doen, was het alsof ik Le Mans reed en met de Porsche was het saai, je moet er erg hard mee rijden voor het leuk wordt. De Alpine is een mooie mix en ook leuk als je niet zo hard rijdt.

Niet naar Frankrijk

Ik zocht contact met de Alpine Club en een paar weken later werd ik benaderd omdat deze auto te koop kwam. Bij de club deden ze er alles aan om de auto in Nederland verkocht te krijgen, als je zo’n auto online zet, gaat hij binnen de kortste keren terug naar Frankrijk.

In 1990 heeft de vorige eigenaar hem gekocht en die heeft na verloop van tijd de auto echt goed aangepakt. De polyester body is er toen af gegaan en het onderstel is gegalvaniseerd. Die bovenkant blijft goed, maar het chassis wil wel roesten. Ik heb de Alpine nu sinds twee jaar en nadat ik hem kocht, heb ik eerst alle elektrische contacten aangepakt en schoongemaakt. Bij een kunststof auto is dat belangrijk; veel problemen ontstaan door een slechte aarding.

Daarna is de auto nagekeken en er zijn veel leidingen, slangen en pakkingen vervangen. Ook zijn de remmen gereviseerd en zijn er nieuwe banden onder gekomen. Het enige wat ik later nog heb gedaan is een ander spruitstuk en een andere uitlaat monteren. Hij klinkt nu als een sportauto, maar is op de snelweg bij 130 km/h stil en comfortabel.

Geen originaliteitsfreak

Ik ben geen originaliteitsfreak, maar als je een auto vindt in deze uiterlijke staat moet je het zo houden. Soms is dat lastig: onder de auto zitten Michelin TRX-velgen en daar horen ook TRX-banden omheen. Die hebben een slechte naam, zijn moeilijk te krijgen en ook duur.

Maar de Alpine transformeerde met die nieuwe banden, echt geweldig. In eerste instantie heeft het dus wel wat gekost, maar als je een A310 in goede staat hebt zijn de kosten verder te overzien. Het is eigenlijk een gekke auto. In de basis is het een rally-auto, je kan er dan ook echt hard mee over slechte wegen en drempels.

Betrouwbaarder dan Porsche

Hij staat ook best hoog op zijn poten. Maar het is ook een comfortabele Franse reisauto. Hij stuurt door het lage gewicht en de achterin geplaatste motor als een mix van een Elise en een 911. Het rijdt nog steeds erg goed, ondanks het gedateerde ontwerp. De motor is het overbekende PRV-blok, een 2,7 liter grote V6 met relatief simpele techniek. Maar hij is heerlijk soepel en bij goed onderhoud blijft het ook heel. Ik rijd er vrijwel dagelijks mee.

Franse auto’s zijn leuk, ze zijn anders. En zo’n A310 is prachtig om te zien. Veel ‘kenners’ zeggen dat het een onbetrouwbare auto is, maar je kunt er meer op rekenen dan op de Porsches die ik gehad heb. Voor ik hem kocht, had ik er nog nooit in gereden en ik vind hem nu nog veel beter en leuker dan voorheen gedacht.

Weetjes

De V6 in deze Alpine is door Peugeot, Renault en Volvo gezamenlijk ontwikkeld. In eerste instantie zou een V8 gebouwd worden maar de oliecrisis stak daar een stokje voor. In 1974 liep de eerste auto met dat PRV-blok van de band, een Volvo 264. In de 25 jaar daarna verschenen er vele variaties.

Natuurlijk in modellen van de drie fabrikanten, maar ook in bijvoorbeeld de Portugese terreinwagen Umm, de Franse sportwagen Venturi en in de DeLorean DMC-12 zat een PRV-motor. Het Le Mans-snelheidsrecord (407 km/h) is er ook mee gerealiseerd. Peugeot vestigde dat in 1988