Maak kennis met het pronkstuk van Arjen’s Suzuki-verzameling: de Fronte
Arjan de Jong bezit heel wat Suzuki’s maar heeft een zwak voor de kleinste van het stel: de drie meter ‘lange’ Fronte.
- Dit artikel komt uit het Autovisie archief van 2016. Prijzen, vergelijkingen en andere informatie kunnen ondertussen achterhaald zijn
- Tekst en fotografie: Arno Lingerak
- Dit artikel lezen in de originele magazine-opmaak? Klik hier voor de PDF
Klein maar volwassen
Mijn partner kocht zijn eerste Suzuki niet voor zichzelf, maar voor zijn moeder. Ze had eens laten merken dat ze de SC 100 Coupé zo’n leuk autootje vond. Dus toen hij ging werken besloot hij zijn moeder eens iets cadeau te doen en kocht voor haar zo’n auto. Toen ze er voor het eerst mee op pad wilde gaan bleek al snel dat ze het te snel, te klein en te eng vond. Ze was een grote diesel gewend en heeft niet meer in de Suzuki gereden.
Maar het autootje mocht zeker niet weg! Toen is hij er zelf maar in gaan rijden. Er kwam nog een Cappuccino bij, een Alto en nog veel meer. Zo is onze verslaving ontstaan. Toen we deze Fronte vier jaar geleden te koop zagen staan hebben we dan ook geen moment getwijfeld en hebben we direct toegehapt.
Suzuki Fronte restaureren
Deze auto heeft maar een paar jaar rondgereden, en is daarna bij een dealer in de showroom gezet. Totdat de importeur liet merken het niet leuk te vinden dat er oude auto’s in de showroom stonden en de Fronte weg mocht. Toen heeft de vorige eigenaar hem gekocht en is het restaureren begonnen. Het koetsje was dof en verweerd en is dus overgespoten, maar het complexe motorische gedeelte bleek lastiger, daar kwam hij niet uit. Op een gegeven moment duurde het allemaal te lang, raakte de lol er af en kwam de Fronte in ons bezit.
Onderdelen zijn extreem schaars, en mensen die spullen hebben willen het niet kwijt. Maar via ons netwerk van Suzuki vrienden zijn we toch aan de moeilijk verkrijgbare onderdelen gekomen. Er zitten nu andere zuigers en cilinders op, van de originele motor zaten de zuigerveren vast en nieuwe zijn niet te vinden. De rubbers in het remsysteem waren compleet weg geweekt. Bij een revisie bedrijf vonden we een set in nagenoeg dezelfde maat voor een paar euro: soms heb je geluk.
De revisie set voor de hoofdremcilinder moest wél weer uit Japan komen. Daar vonden we ook de originele spiegels, die hebben we meteen gekocht natuurlijk, we zijn echt heel lang op zoek geweest naar het juiste type voor op het spatbord. De tien inch radiaal bandjes hebben dezelfde maat als een oer – Mini en zijn dus volop te krijgen. Het interieur is opnieuw bekleed. Het restaureren moest naast het normale werk en andere projecten, en heeft uiteindelijk drie jaar geduurd.
Japanse Kei-car
De Fronte valt onder de Japanse Kei-car regelgeving. In eerste instantie waren dit heel minimalistisch autootjes, maar eind jaren zestig werden ze steeds volwassener. Suzuki kwam toen met de Fronte: een piepkleine maar luxe vier zitter die gewoon mee kon in het verkeer en zelfs de 110 haalde.
Er zitten allerlei dingen op die je op een vergelijkbare Europese auto niet zag. Een hoofdsteun, tapijt, twee buitenspiegels, ruitenwissers met twee snelheden, een hemeltje, klapraampjes achter en radio voorbereiding. En dat bracht de prijs omhoog. In Japan mag een Kei geld kosten, maar hier was hij te duur, en de mini auto’s en tweetakt motoren raakten uit de tijd.
Daarom zijn er indertijd slechts 124 Fronte’s naar Nederland gekomen, en daar is dit er een van. Het was de eerste Suzuki die in NL leverbaar was. Van 1968 tot ’71 werden ze via Toyota dealers verkocht, daarna liep het niet meer en duurde het tot 1978 tot er weer Suzuki’s werden geïmporteerd.
Kenmerkend geluid
Het afgelopen jaar hebben we 5000 kilometer gereden, vooral toertochten in de omgeving en evenementen van de dwerg auto club. We rijden alleen bij redelijk weer, want ondanks alle luxe zit er geen kachel in. Het drie cilindertje is een soepele, pittige motor, en 100 kilometer per uur is goed te doen en ook lang vol te houden. Het is ook goed voor een tweetakt: lange stukken rijden, goed warm worden en kilometers maken. Op kruissnelheid is de Fronte redelijk stil. De auto is alleen heel erg windgevoelig door de soepele vering en kleine wielen.
Mensen horen hem aan komen en kijken om door het kenmerkende geluid. Zo’n klein geel autootje valt natuurlijk op, en altijd krijgen we vragen: uit welk jaar is deze auto? En is het een tweetakt? Nu is het genieten, zorgvuldig onderhouden, en de verzameling Suzuki’s uitbreiden. We kijken dagelijks of er iets leuks te koop staat, en als we nog een Suzuki Carry en een LJ80 kunnen vinden is de verzameling compleet.