Ferrari, Porsche en meer: we reden mee in de Zoute Rally met een unieke oldtimer
Op slechts luttele kilometers van de Nederlandse grens vindt de ‘Mille Miglia van België’ plaats, maar Hollanders tref je er nauwelijks. Met een Wanderer uit 1936 duiken we in dit onontdekte Vlaamse feestje. De Zoute Rally in Knokke-Heist.
- Dit artikel komt uit het Autovisie archief van 2018. Prijzen, vergelijkingen en andere informatie kunnen ondertussen achterhaald zijn
- Tekst en fotografie: Jesse Kraal
- Dit artikel lezen in de originele magazine-opmaak? Klik hier voor de PDF
Wanderer uit 1936, of Audi?
‘Wat een mooie Audi’, dat is zonder twijfel de meest gehoorde opmerking van de dag. Het is de argeloze toeschouwer vergeven, het Auto Union-logo met de vier ringen, dat we tegenwoordig met Audi associëren, is veel bekender dan de gestileerde ‘W’ van Wanderer. Samen met Audi, Horch en DKW wordt in 1932 Auto Union gevormd. Het logo met de vier ringen symboliseert de vier samenwerkende automerken.
Dat ik vandaag in een Wanderer W25K aan de Zoute Rally mag deelnemen is overigens wél te danken aan Audi en aan de Belgische importeur D’Ieteren in het bijzonder. Deze auto behoort tot de privécollectie van de importeur en wordt geregeld ingezet bij klassiekerevenementen.
Zoute Rally: een groot succes
Hoewel de Zoute Rally pas voor de negende keer wordt verreden, is het in die korte tijd uitgegroeid tot een van de meest prestigieuze evenementen van België. Een blik op de deelnemerslijst maakt dat eenvoudig duidelijk, met een Porsche 356 of Mercedes 300SL stijg je nauwelijks boven het maaiveld uit.
Hoewel het deelnemersveld uit klassieke sportwagens uit de periode 1920-1965 bestaat, gaat het niet om het zo snel mogelijk afleggen van het parcours. Nauwkeurigheid is het toverwoord bij een dergelijke rally, waar je zo precies mogelijk een proef moet afleggen in de daarvoor gestelde tijd.
Elke seconde die je eerder of later binnenkomt resulteert onherroepelijk in strafpunten, een set stopwatches en een tripmaster behoren tot de benodigde standaarduitrusting. Gps-systemen en andere moderne fratsen zijn uit den boze.
Balade
Voor de minder competitief ingestelde deelnemer is er ook een alternatieve route zonder getimede segmenten, de zogenaamde ‘balade’. Dit betekent in het Frans zoveel als ‘wandeling’ en laat Wanderer nu juist het Duitse woord voor wandelaar zijn. Vandaag geen gejakker, maar heerlijk met de kap open genieten van prachtige routes door West-Vlaanderen. Overigens is een tripmaster nog steeds een handig hulpmiddel, het routeboek meldt tot op tien meter nauwkeurig de afstanden tussen de verschillende route-instructies.
Met open dak flaneren past de Wanderer uit 1936 beter dan een potje sportief sturen. Wanderer richtte met de W25K Roadster haar pijlen op de BMW 328, terwijl deze tweepersoons Cabriolet zich beter laat vergelijken met de BMW 327, maar zo sportief als de BMW’s worden de Wanderers nooit.
Net als het voorbeeld uit Eisenach koos ook Wanderer voor een tweeliter zes-in-lijn, ontworpen door niemand minder dan ing. Ferdinand Porsche. Een mechanische compressor werd gemonteerd om het vermogen nog wat verder op te krikken. Naar huidige maatstaven is het vermogen van 85 pk bij 4000 toeren weinig indrukwekkend, maar vergeet niet dat de onderkant van de markt het destijds met tien tot twintig pk moest doen.
2000 omwentelingen per minuut
Om baat te hebben van de compressor moet de motor minstens 2000 omwentelingen per minuut draaien. Daaronder laat de Wanderer zich weliswaar soepel rijden, maar is er maar weinig gang in de 1250 kg zware cabriolet te krijgen. Omdat de compressor nogal gevoelig was voor mankementen, werden de laatste 39 van de in totaal 258 gebouwde exemplaren zonder drukvulling geleverd. Dan is meteen duidelijk waarom de auto onder de 2000 toeren zo loom aanvoelt, de W25 (zonder K van Kompressor dus) is goed voor slechts een schamele veertig pk.
Schakelen doe je oorspronkelijk met een niet-gesynchroniseerde vierbak, die in ons exemplaar is vervangen voor een iets recenter mechaniek met evenveel verzetten, maar enkel een niet-gesynchroniseerde één.
Hoewel de bak zich soepel laat opschakelen, vereist het terugschakelen een perfect samenspel van voeten en de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik ook na tweehonderd kilometer nog moeite heb de auto steeds soepel in een lagere versnelling te krijgen. Dat de gemiddelde auto sterker afremt op de motor dan de Wanderer met zijn onbekrachtigde trommelremmen helpt niet mee, je moet echt met je volle gewicht op het rempedaal gaan staan om iets te vertragen.
En dan moet je met diezelfde voet dus nog wel even precies het juiste dotje tussengas geven om de bak soepel in een lager verzet te laten glijden. Personen met een derde voet zullen zich snel thuis voelen in de Wanderer.
België kan betoverend mooi zijn
Het routeboek leidt ons over de leukste wegen door het West-Vlaamse landschap. De zon laat zich van zijn beste kant zien, maar het is tegelijkertijd ook een beetje heiig, wat het glooiende landschap een mooie gelaagdheid geeft. Met een grijns van oor tot oor en een gigantisch vooroorlogs stuur losjes in m’n handen geniet ik met volle teugen. Het is hier betoverend mooi onder deze omstandigheden, ik wist niet dat België zo fraai kon zijn.
Wrang genoeg is dit ook de regio waar tijdens de Eerste Wereldoorlog zulke gruwelijke gevechten in de loopgraven werden uitgevochten, her en der herinneren monumenten en gereconstrueerde loopgraven nog aan de tragedie die zich hier voltrok, maar die aan ons ‘Hollanders’, vanwege de neutrale status van ons land, grotendeels voorbijging.
Tijdens de lunch in Ieper krijgen we de moeilijke keus het aan WWI gewijde In Flanders Field Museum te bezoeken of rond te struinen op de Grote Markt, waar een kleine tweehonderd klassieke auto’s zij aan zij staan opgesteld. De autoliefhebber in mij wint het van de toerist, want wanneer zag jij een Apollo GT of Fiat 1100 Zagato voor het laatst?
Aston Martin DB4 GT Zagato en Ferrari 250GT SWB
De strijd tussen kostbaarste klassieker gaat tussen een fabuleuze Aston Martin DB4 GT Zagato en een al even fraaie Ferrari 250GT SWB, maar mijn persoonlijke favoriet is de ongerestaureerde Fiat 8V Rapi waar ik de Wanderer naast mag parkeren. Het is precies dezelfde auto waar ik tijdens het Concorso d’Elegance in Como dit jaar ook al ademloos naar heb staan kijken.
De auto komt uit de collectie van de Vlaamse 8V-verzamelaar Jan de Reu en is zo’n zestig jaar in bezit geweest van de eerste eigenaar, de kleine plekken en deukjes vertellen het verhaal van meer dan een halve eeuw rijplezier als een plakboek. Alleen een barbaar of Amerikaan verbergt zulke schoonheid onder een laag plamuur en een verse laklaag.
Wat nog meer opvalt op het plein is dat bijna alle auto’s uit België komen. Slechts hier en daar spot ik een Duits of Brits kenteken, terwijl ik zo snel maar twee Nederlandse platen zie. Zouden we dit prachtige evenement gewoon nog niet ontdekt hebben? ‘Of het inschrijfgeld is te hoog, het blijven ‘Ollanders’, grapt m’n Vlaamse co-pilote met een goed gevoel voor humor.
Toen autorijden nog bijzonder was
Feit is dat bijna 4500 euro inschrijfgeld voor een equipe van twee personen fors is, al zijn alle lunches en (gala)diners van donderdagmiddag tot zaterdagavond daarbij inbegrepen. Aan animo uit België alvast geen gebrek, er waren dit jaar flink meer inschrijvingen dan de 195 beschikbare plaatsen en dus had de organisatie de luxe te selecteren op de mooiste wagens.
Op de terugweg van Ieper naar Knokke dwalen mijn gedachten af naar de periode net voor de Tweede Wereldoorlog, toen een Wanderer als deze alleen was weggelegd voor de gegoede burgerij. Zo voel ik me vandaag ook een beetje, wanneer in Knokke honderden mensen langs de kant staan te kijken hoe wij de boulevard oprijden.
Twee uur later stap ik in m’n twintig jaar oude Peugeot, vlieg ik de eerste keer bijna door de voorruit als ik het goed bekrachtigde rempedaal met dezelfde kracht bedien als in de Wanderer en verlang ik nog eenmaal terug naar de jaren dertig. Toen autorijden nog bijzonder was.
Hoe Mercedes-Benz aan de wieg stond van het moderne Audi
Na de oorlog is er nauwelijks nog vraag naar luxe auto’s en liggen veel Auto Union-fabrieken in gebied dat onder controle is van de Sovjet Unie. Alleen de productie van DKW komt op gang, net als voor de oorlog bouwen ze betaalbare personenwagens met driecilinder tweetaktmotoren en voorwielaandrijving.
Het is notabene toenmalig eigenaar Mercedes-Benz dat met de introductie van de F102 een grote stap zet naar het moderne Audi. Nog altijd een tweetakt, maar wel met een moderne zelfdragende carrosserie. Terwijl de ontwikkeling van een viercilinder viertaktmotor, codenaam M118, al in volle gang is, neemt Volkswagen de boel over van Mercedes-Benz. De gemoderniseerde F103 die een jaar later uitkomt, draagt niet de naam DKW, maar gaat als Audi door het leven.