Nieuwe volksauto: eerste test Opel Astra (2022) – Video
De nieuwe volksauto van Opel staat pas eind 2021 of begin 2022 bij de dealers, maar wij reden hem nu al: de nieuwe Opel Astra. Tijdens deze eerste test reden we een gecamoufleerd prototype, maar we weten nu al hoe hij eruit gaat zien.
Hoe weten jullie dat dan?
We hebben op basis van de vele detail-teasers die Opel al heeft vrijgegeven onze huistekenaar aan het werk gezet, en weten zeker dat zijn schets voor 95 procent laat zien hoe de uiteindelijke Astra eruit gaat zien. Bovendien kennen we de nieuwe Opel-neuzen al dankzij de Mokka en de net onthulde Grandland. De nieuwe Astra krijgt datzelfde Vizor-front.
En toch al de eerste testritten gemaakt?
Ja, Opel doet momenteel de laatste validatie-ritten met prototypes en daar mochten wij aan deelnemen. De Astra 2021 (of wordt het 2022?) zit in de fase van zijn laatste testritten om de finale onderstelafstelling en besturing te bepalen. Volgens Opel zitten ze daarbij nu op zo’n tachtig procent. Na onze eerste testritten met een 1.2 turbo met 130 pk en een handbak en met een hybride vermoeden we dat ze al iets verder zijn.
Wat zijn de eerste rij-indrukken dan?
De nieuwe Astra stuurt zoals je mag verwachten van een allemansvriend die deze Opel moet zijn. Niet te scherp en te nerveus maar precies genoeg en vooral vertrouwenwekkend in alle rijsituaties. De rechtuit stabiliteit op de Autobahn is goed maar hij reageert ook snel genoeg en zonder overhellen op bochten.
Wat maakt de meeste indruk?
Dat zal vermoedelijk het interieur en de nieuwe neus zijn. Maar beide konden we nog niet echt zien omdat ze door camouflage stickers en doeken verstopt zaten. Reken op een grote glossy display met heel veel connectiviteit. Deze Opel Astra volgt de trend die door de Mercedes A-klasse en Golf is ingezet: de moderne cockpit heeft hele grote glossy schermen.
En wat is minder spannend?
De motoren zijn minder indrukwekkend. De normale benzinemotoren doen probleemloos hun werk maar scoren slechts een voldoende. Snel voelt de Astra nooit aan met 110 of 130 pk. De handgeschakelde zesbak schakelt helaas ook een beetje hakerig. Snel schakelen loont toch niet want de motorrespons is nooit heel scherp of sportief. De hybride-aandrijflijnen mogen dan met 180 en 225 pk op papier indrukwekkende vermogens hebben in de praktijk voelen ze niet meer dan vlot aan. Ze zijn dan ook niet samengesteld met sportieve ambities, ze moeten voor zuinig zijn, het gaat om de laagste CO2-uitstoot.
Lees ook:
Ook interessant
-
In de Bentley Continental GT Speed zit nog altijd genoeg… speed
-
Dit is de daadwerkelijke actieradius van de Dacia Spring
-
Dit is de daadwerkelijke actieradius van de Leapmotor T03
-
Je raadt nooit welk merk deze Abarth 124 Spider bouwde
-
De Aston Martin Vantage is nu volwassen, maar niet minder speels
-
Dacia Spring vs. Leapmotor T03: de beste budget-EV
-
Nieuw Frans merk toont plots een van de goedkoopste elektrische auto’s
-
BMW M4 CS vs. Ford Mustang Dark Horse: welke is de beste?
-
Duurtest BMW i5: het luxeprobleem van de EV
-
Rijtest: Hyundai Santa Fe – gemaakt voor wildkamperen
-
Rob bouwde een ultieme sleeper: Nissan Figaro met turbo!
-
De Mini Clubman is zo gek als een deur | Sjoerds Weetjes 425